Vassula's Antwoorden aan de CDF door Fr. Prospero Grech
Vraag 2. Mijn relatie as Orthodox Christen tot de Rooms-Katholieke Kerk.
U behoort tot de Orthodoxe Kerk en roept dikwijls priesters en bisschoppen van dat geloof op om de Paus te erkennen en vrede te sluiten met de Kerk van Rome. Om die reden bent u helaas niet welkom in sommige landen van uw eigen overtuiging. Waarom aanvaardt u deze zending? Wat is uw idee over de Bisschop van Rome en wat verwacht u voor de toekomst van de Christelijke Eenheid? Men krijgt soms echter de indruk bij het lezen van uw boeken dat u boven beide Kerken staat zonder aan een van beide te zijn verplicht. Bijvoorbeeld, het schijnt dat u de Communie ontvangt in zowel de Katholieke Kerk als in de Orthodoxe Kerken, maar dat u in uw huwelijkse status de gewoonte volgt van orkonomea. Zoals ik reeds heb gezegd zijn deze opmerkingen niet bedoeld als een persoonlijke terechtwijzing, daar wij absoluut niet het recht hebben te oordelen over uw geweten, maar u begrijpt ons belang omtrent Katholieke volgelingen die mogelijk deze houdingen uitleggen op een relativistische manier en in de verleiding komen de orde van hun eigen Kerk te negeren.
Motivaties voor het opnemen van dit werk voor de eenheid.
Ik geloof niet dat ik ooit de moed zou hebben gehad of de ijver om de aandacht te verlangen van de Orthodoxie, om hen ertoe te brengen de verzoening te begrijpen die onze Heer verlangt van hen, als ik niet de tegenwoordigheid van de Heer had ervaren, en evenmin zou ik de tegenstand hebben uitgehouden, de kritiek en de vervolgingen door hen mij aangedaan. In het allereerste begin van Gods tussenkomst was ik totaal verward en vreesde ik te zijn misleid. Deze onzekerheid was werkelijk het grootste kruis, daar ik nooit eerder in mijn leven had gehoord dat God inderdaad Zichzelf kan uitdrukken tegenover mensen in onze eigen tijden en ik niemand had om ernaar te vragen. Om deze reden probeerde ik ertegen te vechten, maar de ervaring wilde niet verdwijnen en later, langzamerhand, met de tijd, werd ik gerustgesteld en vol vertrouwen dat dit alles slechts het werk van God was, want ik begon er Gods hand in te zien. Daarom hield ik op bang te zijn om tegenstand en kritiek onder ogen te zien en heb ik vertrouwen in onze Heer, wetend dat waar ik tekortschiet Hij altijd zal aanvullen, ondanks mijn ontoereikendheid, en dat Zijn werken altijd glorieus zullen eindigen.
De Orthodoxe priesters, monniken en bisschoppen benaderen om de Paus te erkennen en zich met oprechtheid te verzoenen met de Kerk van Rome, is geen gemakkelijke taak, zoals onze Heer zegt in een van de boodschappen; het is als het proberen te zwemmen in de tegengestelde richting als de sterke stroming, maar nadat ik had gezien hoezeer onze Heer lijdt onder onze verdeeldheid, kon ik het verzoek van onze Heer niet afwijzen toen Hij mij vroeg dit kruis te dragen; daarom heb ik deze zending aanvaard, maar niet zonder door veel vuren te zijn gegaan (en nog steeds te gaan).
U hebt gevraagd: 'Waarom pakt u deze zending op?' Mijn antwoord is, omdat het mij werd gevraagd door God, geloofde ik en antwoordde ik Hem; om die reden wil ik Gods Wil doen. Een van Christus' eerste woorden was: 'Welk huis is belangrijker, jouw huis of Mijn Huis?' Ik antwoordde: 'Uw Huis, Heer'. Hij ze: 'Doe Mijn Huis herleven, verfraai Mijn Huis en herenig het'.
Sommige leden van de Grieks - Orthodoxe hiërarchie wijzen mij totaal af, allereerst omdat zij mij niet geloven[1] , op de tweede plaats omdat ik een vrouw ben en op de derde plaats omdat volgens hen een vrouw niet zou moeten spreken. Sommige monniken zijn wantrouwig en zeggen over mij dat ik ongetwijfeld een Trojaans paard ben, gezonden en betaald door de Paus, of dat ik zelfs tot de geünieerde Kerk behoor. Velen willen niet horen van verzoening of oecumene. Zij beschouwen het als ketterij als ik bid met de Rooms-Katholieken. Zij zien het als boven beide Kerken staand zonder te worden verwezen naar een van beide. Ik ben volledig en totaal beschikbaar voor mijn Kerk, maar het is geen ketterij noch een zonde als ik oecumenisch leef en bid met andere Christenen om de eenheid te bevorderen. De sleutel tot eenheid is niettemin, volgens onze Heer in de geschriften, nederigheid en liefde. Veel mensen van de Kerken hebben deze sleutel nog niet. Veel van de Grieks - Orthodoxe leken, maar ook de eenvoudige priesters om de hoek, tot de monnik in een verafgelegen klooster zullen de Rooms Katholieke Kerk tot op de dag van vandaag ketters en gevaarlijk noemen; hen is geleerd dat te geloven vanaf hun geboorte, en het is verkeerd. Toch geloof ik dat zij in hun starheid kunnen veranderen door een metanoia en de kracht van de Heilige Geest die hen zal doen buigen, en door de gebeden van de gelovigen. In onze bijeenkomsten bidden wij tot God om deze verandering van het hart.
Niettemin is het niet alleen de kwestie dat alleen wij moeten buigen. Iedereen moet buigen in nederigheid en liefde. De mensen van elke kerk moeten bereid zijn hun ego en hun starheid te doen sterven, en dan, door deze akte van nederigheid en gehoorzaamheid tegenover de waarheid, zal Christus' tegenwoordigheid in hen schijnen. Ik geloof dat door deze akte van nederigheid de mislukkingen uit het verleden en heden van de Kerken zullen worden weggewassen en de eenheid tot stand zal komen. Ik verlies nooit de hoop de Orthodoxen naderbij te komen en daarom blijf ik steeds weer naar hen teruggaan om hen mijn getuigenis te geven. Mijn getuigenis wordt gegeven om hen te herinneren aan de woorden van onze Heer: 'Mogen zij één zijn in Ons, zoals U in Mij en Ik in U, opdat de wereld moge geloven dat U Mij hebt gezonden'. (Joh. 17, 21) Op deze manier zijn, ondanks de obstakels, enkele oecumenische gebedsgroepen gevormd in Athene en Rhodos, met daaronder ook Orthodoxe priesters. Al deze gebedsgroepen beginnen met het bidden van de Rozenkrans, en daarna bidden zij andere gebeden. Het is niet alleen afwijzing wat ik ontmoet van de Orthodoxe hiërarchie, vanwege de bovengenoemde redenen, maar onze Heer heeft mij ook voorzien van een groot aantal Grieks - Orthodoxe vrienden onder de geestelijken.
De Bisschop van Rome.
Onze Heer gaf mij een innerlijk visioen van drie ijzeren staven, die de drie belangrijkste Christelijke lichamen symboliseerden, de Katholieke, de Orthodoxe en de Protestantse Christenen, hun hoofden oproepend elkaar te ontmoeten door te buigen, opdat zij elkaar zouden ontmoeten, maar om te ontmoeten moeten ze buigen. Deze passage spreekt over de houding die noodzakelijk is om te komen tot de eenheid waarnaar de Heer heeft verlangd sinds Zijn gebed tot Zijn Vader - 'dat ze allen één mogen zijn'. Deze passage in 'Waar Leven in God' pretendeert niet te spreken over eenheid op een ontologisch niveau door te kennen te geven dat er geen verschillen zouden zijn in welke omvang de verschillende Christelijke groepen hebben vastgehouden aan de waarheid die Christus geschonken heeft aan Zijn Kerk. En het is niet waar dat ik beweer dat deze oproep tot nederigheid onder Christelijke broeders een pan - Christelijke benadering van eenheid met zich mee zou brengen en dat eenheid zou moeten worden bevorderd door een handel met de waarheid (zoals handelaren verkopen en kopen) wat zou leiden tot een nivelleren en een relativisme van de waarheid. Integendeel, ik heb dikwijls gesproken over het belang van trouw blijven aan de waarheid, en zelfs meer dan mijn spreken is de boodschap niets anders dan een oproep te leven door de waarheid van het Evangelie in de Ene Openbaring van Christus, als hierboven verwoord. De geschriften bevatten veel waarschuwingen tegen de tegengestelde houding, tot het punt van een portrettering van 'valse oecumene' als een Trojaans paard van het introduceren van een levenloos beeld van Christus:
De met verscheidene kleuren bekladde figuur, deze figuur die deze handelaren jullie proberen te doen vereren en te volgen ben niet Ik - het is een uitvinding van verdorven menselijke handigheid, om het begrip van Mijn Heiligheid en Mijn Godheid te verlagen. Het is een valse oecumene. Het is een trotseren van alles wat heilig is. Ik lijd onder de zonden van deze handelaren. (22 oktober 1990)
Veel boodschappen over eenheid houden deze twee vitale aspecten van oecumene bijeen: De spirituele houding die nederigheid inhoudt en liefde tegenover andere Christenen, samen met het compromisloze zoeken naar de waarheid van Christus. Een voorbeeld daarvan is een passage waar de Heilige Maagd Maria spreekt over de structuur van de eenheid:
Het Koninkrijk van God bestaat niet uit slechts woorden op de lippen, het Koninkrijk van God is liefde, vrede, eenheid en geloof in het hart. Het is de Kerk van God verenigd in Eén, binnen in jullie hart. De sleutels tot de eenheid zijn: Liefde en nederigheid. Jezus heeft jullie nooit aangespoord tot verdeeldheid. Deze verdeeldheid in Zijn Kerk was niet Zijn verlangen. (23 september 1991)
Verder naar beneden, in dezelfde passage, spreekt Jezus over de waarheid: 'Verdedig altijd de waarheid, tot in de dood. 'Van tijd tot tijd zal je schade worden berokkend, maar Ik zal dat juist zover toestaan als nodig is om je ziel rein en volgzaam te houden'. (herhaald op 5 juni 1992 – 25 september 1997 – 22 juni 1998 etc.)
Ik heb enkele ontmoetingen gehad met Katholieke geestelijken in de Verenigde Staten, Nederland en Zwitserland in het bijzonder, die zeer liberaal zijn en zeer tegen de Paus. Ik moest de Stoel van Petrus verdedigen en aan hen uitleggen, zo goed als ik kon, door machtige boodschappen, die van Christus afkomstig zijn, om hen te laten zien hoe verward hun geest was. Op het einde kwamen veel van deze priesters mij vertellen dat zij deze opheldering hadden gewaardeerd. Er waren er een of twee die niet instemden en tegen mij zeiden dat ik nog Katholieker was dan de Katholieken… Hoewel er veel passages over de eenheid zijn die aandacht besteden aan de eenheid tussen de Kerken, zijn er ook een tamelijk groot aantal die speciaal geschreven zijn voor veel Katholieke geestelijken, die tegen de Paus rebelleren, om hen terug te brengen tot trouw jegens de Paus. Hier volgt een voorbeeld uit het begin van de boodschappen:
Ik, de Heer, wil geen scheiding binnen Mijn Kerk. Jullie moeten je omwille van Mijn zaak verenigen, en Mij onder Mijn Naam beminnen, Mij volgen en van Mij getuigen. Jullie moeten elkaar beminnen zoals Ik jullie bemin. Jullie zullen je verenigen en één kudde worden onder één Herder[2]. Ik heb, zoals jullie allemaal weten, Petrus gekozen en hem de autoriteit gegeven. Ik heb, zoals jullie allen weten, hem de sleutels gegeven van het Koninkrijk van de hemel. Ik heb Petrus gevraagd Mijn lammeren en Mijn schapen te voeden en voor hen te zorgen[3] Deze autoriteit is hem door Mij gegeven. Ik heb niet verlangd dat jullie Mijn wensen zouden veranderen. (19 maart 1988)
Nog een boodschap die spreekt over de toekomst en de eenheid, stelt het nog duidelijker:
Nog een boodschap die spreekt over de toekomst en de eenheid, stelt het nog duidelijker: Dan zal Ik Petrus een ijzeren scepter in handen geven, waarmee hij Mijn schapen zal hoeden, en voor hen die niet weten en zich nog afvragen: 'Waarvoor moeten wij een herder hebben?' zeg Ik je dit: 'Heb je ooit iets gezien of gehoord van een kudde schapen zonder herder?' Ik ben jullie Hemelse Herder en Ik heb Petrus gekozen om Mijn lammeren te weiden tot aan Mijn Wederkomst. Ik heb hem de verantwoordelijkheid gegeven, dus waarom al die twistgesprekken en die nutteloze argumenten?' En voor allen die Mijn woorden nog niet kennen, zeg Ik dat ze die in de Heilige Schrift moeten lezen. Ze zijn te vinden in het getuigenis van Johannes, Mijn leerling[4]. Ik zal dan Mijn Kerk verenigen en jullie met Mijn Armen als één kudde omvatten, want zoals het nu is, zijn jullie allen verstrooid en in communiteiten en splijtgroepen verdeeld. Jullie hebben Mijn Lichaam uiteengerukt en dat kan niet zijn. Ik zal jullie allen verenigen. (16 mei 1988)
Andere boodschappen spreken over de Paus als de Vicaris van Christus of van de Vicaris van de Kerk. Hier volgt een voorbeeld:
Bidt voor de gehele Kerk. Weest de wierook van Mijn Kerk, en daarmee bedoel Ik dat jullie moeten bidden voor al diegenen die Mijn Woord verkondigen, van de Vicaris, die Mij vertegenwoordigt, tot de apostelen en de profeten van deze dagen, van de priesterlijke zielen en de religieuzen tot aan de leken, opdat zij bereid mogen zijn te begrijpen dat jullie allen, die Ik genoemd heb, deel uitmaken van Eén Lichaam, Mijn Lichaam (10 januari 1990). Meer verwijzingen in 1 juni 1989 – 2 maart 1990 – 10 oktober 1990 – 18 maart 1991 – 20 april 1993 – 20 december 1993 – 15 april 1996 – 22 oktober 1996 – 20 december 1996.
De geschriften bevatten geen verwijzingen naar hoe de rol van Petrus zal samenhangen met de rollen van de verschillende patriarchale zetels, en dus kan ik daarover niet spreken. Maar ik ben ervan op de hoogte dat de Paus zelf in de Pauselijke rondzendbrief 'Ut unum sint' zich openstelt voor een discussie hierover:
Het is niettemin opmerkelijk en bemoedigend dat de vraag over het primaat van de Bisschop van Rome nu een onderwerp van studie is geworden, dat reeds in beweging is of in de nabije toekomst zal zijn. Het is eveneens opmerkelijk en bemoedigend dat deze kwestie opdaagt als een essentieel thema, niet alleen in de theologische dialoog, waarin de Katholieke Kerk zich bezighoudt met andere Kerken en Kerkelijke Gemeenschappen, maar ook meer in het algemeen in de oecumenische beweging als geheel. Onlangs hebben de afgevaardigden naar de vijfde Wereldraad van de Commissie over Geloof en Orde van de Wereldraad van Kerken, gehouden in Santiago de Compostela, aanbevolen dat de Commissie 'een nieuwe studie begint over de kwestie van een universele bediening van de Christelijke eenheid'. Na eeuwen van bittere onenigheden hebben de andere Kerken en Kerkelijke Gemeenschappen een frisse kijk op deze dienst van eenheid.[5]
Dezelfde encycliek bevestigt de noodzaak dat Oost en West herenigen, verschillen toestaand tussen de twee Kerkgenootschappen, terwijl zij in volle eenheid zijn:
In dit licht verlangt de Katholieke Kerk naar niets anders dan naar de volledige gemeenschap tussen het Oosten en het Westen. Daarbij vindt zij haar inspiratie in de ervaring van het eerste millennium. 'Terwijl het kerkelijk leven zich op verschillende wijzen ontwikkelde, belette dit de christenen niet, dankzij de wederzijdse betrekkingen, steeds de zekerheid te kunnen behouden zich in iedere Kerk thuis te voelen, omdat vanuit alle kerken in een wonderbare verscheidenheid van talen en tongvallen de lof opsteeg tot de éne Vader, door Christus, in de Heilige Geest; allen waren verzameld voor het vieren van de Eucharistie, hart van en model voor de gemeenschap, niet alleen wat spiritualiteit en zedelijk leven betreft, maar ook voor de structuur zelf van de Kerk, in de verscheidenheid van de ambten en diensten, onder voorzitterschap van de bisschop, de opvolger van de Apostelen. De eerste Concilies zijn een welsprekend getuigenis van deze blijvende eenheid in verscheidenheid' (Ut unum sint 61).[6]
Hoewel de geschriften niet spreken over structurele kwesties met betrekking tot Oost en West, zijn er veel verwijzingen naar het belang van de Oosterse Kerk. Daardoor gaat de vastberaden onderstreping van het belang van de rol van Petrus, in latere boodschappen, gepaard met een inzicht dat spirituele vernieuwing zeer goed zou kunnen zijn, geïnspireerd door de Oosterse Kerk. Daardoor wordt het zelfs duidelijker waarom het Lichaam van Christus moet ademen met beide longen - die van de westerse en die van de oosterse aanwezigheid van de Kerk:
Huis van het Westen, je hebt beseft, door het Licht van Mijn Geest, dat een lichaam twee longen nodig heeft om vrij te ademen en dat Mijn Lichaam onvolmaakt is met één long; bid dat Mijn levengevende Geest jullie zal samenbrengen, maar hoeveel zal Ik daarvóór nog moeten lijden![7] (27 november 1996)
En een andere eensluidende boodschap: bid voor het huis van het Oosten en het Westen om samen te komen, als twee handen, gelijk en in schoonheid, als ze zijn samengevouwen en naar de hemel wijzen, als ze bidden. Laat deze twee handen, behorend tot hetzelfde lichaam, samenwerken en hun bekwaamheid en hulpbronnen met elkaar delen… laat deze twee handen Mij samen omhoogheffen… (15 juni 1995).
Een andere boodschap spreekt over de rol van het Oosten bij het weer samenbrengen van de twee Huizen, het Lichaam van Christus herenigend:
Luister en schrijf: van de Oostelijke oever zal de heerlijkheid stralen; daarom zeg ik tegen het Huis van het Westen: wend je ogen naar het Oosten; ween niet bitter om de Geloofsafval en de afbraak van je Huis; raak niet in paniek, want morgen zul je eten en drinken samen met Mijn loot van de Oostelijke oever; Mijn Geest zal jullie samenbrengen; heb je niet gehoord dat het Oosten en het Westen één Koninkrijk zullen zijn? Heb je niet gehoord dat Ik genoegen zal nemen met één gezamenlijke datum?[8]
Ik ga Mijn hand uitstrekken en op een stok de volgende woorden kerven: Westelijke oever, Huis van Petrus en al degenen die hem trouw zijn; daarna zal Ik op een andere stok kerven: Oostelijke oever, Huis van Paulus, samen met al degenen die hem trouw zijn; en als de leden van de twee Huizen zullen zeggen: 'Heer, vertel ons nu wat U bedoelt', zal Ik tegen hen zeggen: 'Ik zal de stok nemen, waarop Ik de naam van Paulus, samen met allen die hem trouw zijn heb gekerfd, en de stok van Petrus en al zijn getrouwen nemen; Ik zal van de twee stokken één stok maken en ze als één samenhouden; Ik zal ze samenbinden met Mijn Nieuwe Naam; dit zal de brug zijn tussen het Westen en het Oosten; Mijn Heilige Naam zal de brug verbinden, zodat jullie je bezittingen over de brug zullen uitwisselen; ze zullen niet langer alleen praktiseren, maar samen, en Ik zal over hen allen regeren;
Wat Ik Mij heb voorgenomen zal gebeuren, en zouden er mensen tegen je zeggen, dochter, dat deze tekenen niet van Mij zijn, zeg hun dan: 'Wees niet bevreesd, hebben jullie niet gehoord dat Hij zowel het heiligdom als de steen des aanstoots is? de Rots die de twee Huizen ten val zal brengen, maar ze ook weer kan doen verrijzen als één enkel Huis?'(24 oktober 1994).
Deze boodschap neemt weer niets weg van de rol en de autoriteit van Petrus, maar zij doet het belang uitkomen van het verenigd zijn van de Oosterse en de Westerse delen van het Lichaam van Christus, opdat de wereld moge geloven.
De toekomst van de Christelijke Eenheid.
Hoewel de boodschap het primaat van Petrus, de Bisschop van Rome, bevestigt, in beide gekend, zowel in de Orthodoxe en in de Katholieke traditie, spreekt ze niet over vragen van jurisdictie. Ik geloof dat ik niet geroepen ben te spreken over dit probleem en dus onthoud ik mij hoe dan ook van het te doen.
Het is mijn roeping het belang van de Paus te bevestigen en zijn Stoel te verdedigen tegen al diegenen die ertoe neigen hem niet te gehoorzamen en tegen hem te rebelleren, om de constructie te inspireren en de innerlijke structuur van eenheid te versterken. Mijn voornaamste benadering van de eenheid is die van eenheid door spiritualiteit. De boodschap roept op tot eenheid, beide intra nos en extra nos - een oproep om de spirituele dynamiek van eenheid te versterken, zowel binnen de afzonderlijke Kerken als tussen hen onderling.
Ik weet niet hoe de toekomstige structuur van de verenigde Kerk eruit zal zien, daar de Heer heeft verkozen niet hierover te spreken en Hij mij ook niet de gunst bewees mij enig licht hieromtrent te geven, maar ik geloof dat het zal komen door spiritualiteit; en ik geloof dat mij een voorsmaak van de genade van die toekomstige eenheid is geschonken in verschillende oecumenische bijeenkomsten.
In maart 2000 bijvoorbeeld stond de Heer onze gebedsgroepen toe bijeen te komen in Zijn geboorteplaats Bethlehem; 450 deelnemers kwamen daarheen van wijd en zijd; ja, uit meer dan 55 landen en uit 12 verschillende kerken, naar een internationale bijeenkomst van gebed om vrede en eenheid. Wij waren bijeen als één enkele familie. Bij ons waren 75 geestelijken, ook uit 12 verschillende kerken, maar ook geestelijken uit het Heilig Land, die toen zij hoorden over deze gebedsbijenkomst, ons ook wilden vergezellen. Deze oecumenische gebeurtenis was gecoördineerd door enkele Joden en Palestijnen, die geraakt waren door de geschriften van 'Waar Leven in God'. Zij geloofden in de verlossing door Christus en aan Zijn reddend plan in onze dagen en hebben vrijwillig de bijeenkomst georganiseerd. Als men weet hoe in onze dagen Palestijnen en Joden tegen elkaar vechten, is hun verzoening een teken van de macht van de Heilige Geest, die deze twee naties samenbracht om te werken voor een bijeenkomst voor vrede tussen de verdeelde Christenen. Zoals de Heilige Schrift zegt: 'En de vredevrucht van de gerechtigheid wordt gezaaid door hen die de vrede bewaren'(Jakobus 3, 18). Dit is een les voor ons allen.
Wij beleefden en hadden een voorsmaak van wat eenheid onder Christenen op zekere dag zal zijn. Wij aanhoorden toespraken van geestelijken van verschillende kerken over eenheid. Hun toespraken weerklonken alsof ze uit één mond en één geest kwamen. Wij ervoeren gedurende deze toespraken het grote verlangen onder ons allen om één te zijn. Wij zagen en bemerkten de dorst van de leken en de geestelijken, die wij hebben naar eenheid. Maar tegelijk ervoeren wij de grote uiterlijke wonden die onze verdeeldheid heeft veroorzaakt aan het Mystieke Lichaam van Christus.
De meerderheid onder ons was deze verdeeldheid moe, want het komt niet overeen met de wet van liefde van Onze Heer. Christus is onze verdeeldheid nog meer moe. Het gejuich en de uitroepen van vreugde van al deze naties, die verbonden waren, die opriepen tot volledige eenheid onder Christenen, toonden aan dat deze verdeeldheid niet alleen een zonde is, maar ook een anti-getuigenis. Maar de grootste zonde tegen de eenheid is het feit dat de data van Pasen zijn gescheiden. Hoe goed zal het zijn als wij allen samen eenstemmig uitroepen: 'Christus Anesti' op dezelfde dag. Wij allen zeggen: 'Uw Wil geschiede op aarde zoals in de hemel…' Jezus Christus heeft ons verenigd door Zijn Bloed, hoe kan dus iemand deze eenheid afwijzen? 'Want Hij is onze vrede, Hij die beide groepen, heidenen en Joden, één heeft gemaakt, en de scheidsmuur, die hen gescheiden placht te houden, heeft weggebroken, in Zijn eigen Persoon de vijandschap vernietigend, die veroorzaakt werd door de geboden en instellingen van de Wet'. (Ef. 2, 14-15). Hoe kunnen wij 'nee' zeggen tegen God als Hij wil dat wij ons herenigen? Zou het kunnen zijn omdat onze harten zich hebben verhard? Hebben wij de woorden van de Heilige Vader vergeten toen hij zei: 'De elementen die ons verenigen zijn veel groter dan die welke ons verdelen'? Wij zouden dus deze elementen moeten oppakken en gebruiken om de weg naar volledige eenheid te effenen.
De Heilige Eucharistie en eucharistische deelname.
In de Catechismus van de Katholieke Kerk staat geschreven, met verwijzing naar Sint Augustinus, met betrekking tot de Eucharistie:
De verhevenheid van dit mysterie [de Heilige Eucharistie] doet de heilige Augustinus uitroepen: 'O Sacrament van devotie! O teken van eenheid! O band van liefde! Hoe pijnlijker we de kerkelijke verdeeldheid voelen, waardoor de gemeenschap aan de tafel van de Heer verbroken wordt, des te vuriger klinkt tot de Heer het gebed dat de dagen van volledige eenheid onder allen die in Hem geloven mogen terugkeren (KKK 1398 Catechismus van de Katholieke Kerk).
De Heer spoort ons aan tot verzoening en hereniging. Zoals een bekende Katholieke Kardinaal onlangs zei tot een Orthodoxe priester-vriend van mij in New York, die deelnam aan de Heilige Mis van de kardinaal in Rome, zo is het ook mijn overtuiging dat het mogelijk moet zijn opnieuw de eenheid rond de tafel van de Heer te verkrijgen tussen Katholieken en Orthodoxen, daar wij dezelfde sacramenten en feitelijk hetzelfde geloof hebben, ofschoon gekleed in verschillende uitdrukkingen van geloof en aanbidding. Ik ben door de brandende liefde van onze Heer de diepten gaan ervaren van Zijn verlangen naar de volmaakte eenheid van Zijn Lichaam en ik geloof dat Hij pijn lijdt door ons gebrek aan liefde en gemeenschap. Daarom heb ik geen groter verlangen dan dat Zijn Lichaam wordt herenigd en ik ben ervan overtuigd dat wij, Christenen, als wij Jezus Christus werkelijk beminnen, alles moeten doen wat in ons vermogen ligt voor de verzoening van de afgescheiden leden van het Lichaam van Christus.
Ondertussen weet ik dat deze eenheid niet gemakkelijk tot stand zal komen, maar alleen door een wonder van Onze Heer. Hoewel wij alles moeten doen wat wij kunnen om de eenheid te bevorderen, heeft Hij beloofd ons de eenheid te schenken, wat het werk van de Heilige Geest zal zijn, want zoals ik ooit eerder heb gezegd, in 1992, zal zij plotseling komen, zoals de val van de Berlijnse muur: 'Barmhartigheid en Gerechtigheid werken met zodanige wonderen als sinds vele generaties niet meer gebeurd is, en de Eenheid zal over jullie komen als de dageraad, en even plotseling als de val van het communisme. Ze zal van God komen, en jullie naties zullen dat het Grote Wonder noemen, de Gezegende Dag in jullie geschiedenis' (10 januari 1990).
De Kerk van Christus is één in die zin dat Christus één is en slechts één Heilig Lichaam heeft. Het zijn de mensen van de Kerk die verdeeld zijn. Als Christenen ertoe in staat zijn de negatieve obstakels die hen scheiden te boven te komen, obstakels die volgens de Heilige Schrift tegen de vervulling van de eenheid van geloof, liefde en aanbidding tussen ons zijn, zal de Vader het gebed verhoren dat al door Zijn Goddelijke Zoon is uitgesproken toen Hij zei: 'Mogen zij één zijn in Ons, zoals U in Mij en Ik in U, opdat de wereld moge geloven dat U mij hebt gezonden' (Joh. 17, 21).
Terwijl we wachten op deze genade volg ik zo goed als ik kan de beginselen in de huidige stand van zaken, en ik ben ervan overtuigd geen inbreuk te doen op het geweten van de leden van welke Kerk dan ook. In de vraag is het volgende gezegd: 'Men krijgt soms de indruk als men uw boeken leest, dat u boven beide Kerken staat, zonder aan een van beide te zijn verplicht…' Er is geen reden in het geschreven werk om de indruk te krijgen dat ik boven beide Kerken sta. Zoals u het schrijft schijnt het meer op het praktische vlak te zijn.
Wat betreft de wijze waarop ik mijn geloof praktiseer, ik ben Orthodox en ten volle verplicht aan mijn Kerk. Als er een Orthodoxe kerk in de buurt is, neem ik altijd deel aan haar zondagsmis, tenzij er natuurlijk geen is, zoals in Dhaka, Bangladesh, waar ik leefde. Kort voordat ik naar Rome kwam, waar ik nu woon, heb ik 11 jaar in Zwitserland gewoond. Elke zondag ging ik naar onze Orthodoxe kerk en de Griekse priester van Lausanne, Pater Alexander Iossifides is mijn getuige, alsook de gelovigen die in de kerk waren en mij regelmatig zagen, tenzij natuurlijk wanneer ik op reis was. In het buitenland, gedurende mijn reizen, als er een voor mij opgezet programma was dat ik moest volgen en waar ik mijn getuigenis aflegde, soms, en ik zou eraan toe willen voegen, eerder zelden, kon het gebeuren dat de Katholieke priester of Bisschop van de plaats die mij had uitgenodigd om te spreken, een Heilige Mis voor het publiek had georganiseerd, die te volgen was op dezelfde plaats waar ik had gesproken; dan bleef ik bij de mensen voor de Heilige Mis, daar het in het programma was opgenomen, en ontving ik daar de Heilige Communie.
Hier in Rome woon ik buiten het centrum en tamelijk ver verwijderd van mijn Grieks -Orthodoxe kerk, die in het centrum van Rome ligt. Er is een Slavisch Orthodoxe Kerk bij Tre Fontane, die ik bezocht heb, maar ik versta de taal niet. En dus veroorloof ik mij soms, daar ik de helft van de tijd weg ben, om de Heilige Communie te ontvangen in het Heiligdom van de Madonna del Divino Amore (Madonna van de Goddelijke Liefde) die 3 kilometer van mijn woning verwijderd ligt. Ik geloof dat het Tweede Vaticaans Concilie mij toestaat dit te doen wanneer er, zoals de Catechismus van de Katholieke Kerk zegt: 'een zekere gemeenschap in sacris, is, in de Eucharistie dus, 'in de gegeven geschikte omstandigheden en met toestemming van het kerkelijk gezag, het niet alleen mogelijk is, maar wordt zelfs aangeraden' (KKK 1399).
In het Decreet Orientarium Ecclesiarum van Vaticanum II wordt verklaard: 'Als Orthodoxe Christenen, te goeder trouw afgescheiden van de Katholieke Kerk, uit eigen beweging erom vragen, en de vereiste gesteltenis bezitten, mogen zij worden toegelaten tot de Sacramenten van Boete, Eucharistie en Ziekenzalving…'
De Katholieke Codex van het Canoniek recht verklaart:
Katholieke bedienaren mogen wettig de Sacramenten van Boete, Eucharistie en Ziekenzalving toedienen aan leden van de Orthodoxe (Oriëntaalse) Kerken, die niet in volle Gemeenschap leven met de Katholieke Kerk, als zij uit zichzelf vragen om de Sacramenten en goed zijn voorbereid. Dit geldt ook voor leden van andere Kerken, die naar het oordeel van de Apostolische Stoel in dezelfde gesteltenis verkeren als de Oriëntaalse Kerken voor zover het de Sacramenten betreft (Canon 844.3).
De Pauselijke Brief van Johannes Paulus II 'Ut unum sint' zet de verklaring voort met verwijzing naar Orientalium Ecclesiarum:
Wegens de zeer nauwe sacramentele banden tussen de Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerken, heeft het Decreet over Oosterse Kerken 'Orientalium Ecclesiarum' verklaard: 'Pastorale ervaring toont duidelijk aan dat, met respect tegenover onze Oosterse broeders, de verschillende omstandigheden betreffende individuen in overweging genomen zouden moeten en kunnen worden, waarin de eenheid van de Kerk niet in gevaar is gebracht noch intolerabele risico's zijn verwikkeld, maar waarin redding zelf en het spirituele profijt van de zielen dringend aan de orde is. Daarom heeft, gezien de ervaring van speciale omstandigheden van tijd, plaats en personage, de Katholieke Kerk dikwijls een milder beleid aangenomen en neemt nu een milder beleid aan, aan allen middelen aanbiedend tot redding en een voorbeeld van naastenliefde onder Christenen, door deelname aan de Sacramenten en in andere sacrale functies en objecten’.[9]
Met betrekking tot de kerken van de Reformatie zijn de dingen ingewikkelder. Veel mensen met een Protestantse opvoeding die 'Waar Leven in God' lezen, werden Katholiek uit eigen vrije wil, meestal te danken aan de kwestie rond de Eucharistie. Jezus spreekt in de boodschappen niet over de geldigheid van hun sacramenten, maar Hij spoort de Protestanten nogmaals aan de Moeder van Jezus te beminnen en de rol van Petrus te erkennen:
Vassula, de tijd is gekomen om Mijn Kerk te herenigen. Komt weer samen, beminden, komt en herbouwt deze oude ruïnes; herbouwt Mijn Oude Stichting, een Stichting die door Mijn Eigen Hand is gegrondvest. Eert Mijn Moeder evenals Ik Haar eer, die Het Woord ben, en eert Haar boven alles. Zou Ik dan niet verlangen dat jullie, die stof en as zijn, Haar erkennen als de Koningin van de Hemel - door Haar te eren! Het is Mijn smart vandaag te zien hoe weinig Mijn schepselen weten van Haar belangrijkheid. De meeste van Mijn toegewijden, die onder de naam Lutheranen verzameld zijn, en die zich helemaal geïsoleerd hebben, moeten terugkeren tot Petrus (22 december 1987).
In een andere boodschap berispt Christus deze Christenen die verzuimen de grootheid van het mysterie van de Eucharistie te zien en Christus' Goddelijke Tegenwoordigheid daarin:
… en daarom zeg Ik tot de Kerken, wier geestelijkheid Mijn Mysterie niet hebben aanvaard: 'Komt tot bezinning en zoekt Mij oprecht, bedwingt jullie verbolgenheid (ressentiment) ook tegen Mijn Moeder; moge elk volk weten dat Mijn Vlees en Mijn Bloed van Mijn Moeder komt; ja, Mijn Lichaam komt uit de Allerheiligste Maagd, uit zuiver bloed; gezegend zij Haar Naam! Om alle nederige mensen van de aarde, die Mij ontvangen, te redden en hen onvergankelijk leven te geven, werd Ik Brood om Mij aan jullie te geven; en door deze Communie heilig Ik allen die Mij ontvangen door hen te vergoddelijken, om het vlees van Mijn Vlees te worden en het gebeente van Mijn Gebeente ... door Mijn Godheid vergoddelijk Ik mensen[10] (…) nu ben Ik veroordeeld door mensen; het Gewaad dat jullie kan bedekken, door jullie majesteitelijk te tooien, door jullie een metamorfose te geven, door jullie te vergoddelijken, is geweigerd door deze kerken die Mijn Mysterie niet kunnen begrijpen… vandaag roep Ik opnieuw vanuit de hemel: 'Broeders, waarom ondermijnen jullie Mijn Godheid? Als jullie er aanspraak op maken degenen te zijn die weten wat juist is, waarom plundert jullie geest dan Mijn Kerk?(...) Ik nodig jullie uit de Heilige Mis te vieren en deel te nemen aan het Goddelijk Mysterie op de wijze die Ik werkelijk heb ingesteld (…) Zij bevestigen Mijn macht door Mijn ontzagwekkende macht te verkondigen, door hun lof voor Mij te zingen, door Mijn Almacht en Mijn machtige wonderen te erkennen, maar Ik word een steen des aanstoots als het eropaan komt de verhevenheid van Mijn Godheid en Mijn Tegenwoordigheid in de Eucharistie te beoordelen (16 oktober 2000).
Huwelijkse Status.
Verderop in uw vraag zegt u over mijn soms ontvangen van de Heilige Communie in de Rooms Katholieke Kerk: 'Onze zorg om de Katholieke volgelingen die mogelijk deze houdingen uitleggen op een relativistische manier en in de verleiding komen de orde van hun eigen Kerk te veronachtzamen'. Als het Canonieke Recht dat ik hierboven heb geciteerd bewijst dat ik in volledige harmonie ben met het Katholieke Canonieke Recht, zie ik geen reden voor de Katholieken om relativistisch te reageren.
Ik ben niet voor echtscheiding en ik probeer niet de leerstelling onder Katholieke Christenen, dat hertrouwen van gescheiden mensen zou moeten worden toegestaan te bevorderen. Mijn echtscheiding en burgerlijk hertrouwen gebeurden voor mijn bekering. Na mijn bekering ontdekte ik in het licht van de boodschappen van het 'Ware Leven in God' dat mijn huwelijkse situatie niet correct was. Maar niemand was op de hoogte van deze situatie, behalve ikzelf, en het was weer door mijzelf dat ik het openlijk betreurde. Ik heb mijn eigen situatie afgekeurd toen in feite niemand iets erover wist. Toen ik mijn fout besefte, benaderde ik de autoriteiten van mijn kerk in Lausanne en doorliep ik een proces van opheldering van alles volgens de Orthodoxe huwelijksregels. Ik ben dus een Orthodoxe Christen in harmonie met mijn Kerk en haar regelingen als iedere andere Orthodoxe Christen, en als zodanig is het mij toegestaan de Eucharistie te ontvangen in mijn eigen Kerk en in de Katholieke Kerk volgens de bovengenoemde principes. Ik negeer op geen enkele wijze de huwelijksregelingen van de Katholieke Kerk.
Tot uw informatie voeg ik mijn Huwelijkscertificaat toe aan dit document (bijlage 1).
[1] Hoewel in ons boek over de leer van de Orthodoxe Kerk, boek 1, gepubliceerd in 1997 door Mr. Trembelas, te lezen staat op pagina 79 van de Engelse versie: 'Opebaringen zijn gedefinieerd als een akte van God waardoor Hij bericht aan Zijn redelijke schepselen over de mysteries van Zijn bestaan, natuur en wil, overeenkomstig hun beperkte intellectuele capaciteit...
[2] De Paus.
[3] Joh. 21:15-17.
[4] Joh. 21:15-17.
[5] Apostolische Brief 'Ut unum sint' van de Heilige Vader Johannes Paulus II met betrekking tot de oecumene nr. 89.
[6] Apostolische Brief 'Ut unum sint' van de Heilige Vader Johannes Paulus II met betrekking tot de oecumene nr. 61 (2 mei 1995), 24: L'Osservatore Romano, 2-3 May 1995, 18: loc. cit., 4.
[7] Ik verstond tegelijkertijd 'wat zullen wij daarvoor nog moeten lijden'. Het 'wij' was bedoeld voor Paus Johannes Paulus II, samen met Jezus.
[8] Ik begreep dat Jezus verwees naar al Zijn boodschappen over eenheid, ons allen opriep de data van Pasen te verenigen. Dit alleen schijnt Hem te 'kalmeren' en Zijn dorst naar eenheid te stillen. Christus heeft ons beloofd dat als wij de data van Pasen verenigen, Hij de rest zal doen.
[9] Apostolische Brief 'Ut unum sint' van de Heilige Vader Johannes Paulus II met betrekking tot de oecumene, nr. 94.
[10] Een symbolische naam voor Christus.
|