Vassula's Antwoorden aan de CDF door Fr. Prospero Grech
Vassula's introductie brief aan Fr. Prospero
Rome, 26 juni 2002
Onderwerp: Antwoord Vassula Rydén op de brief van Pater Prospero Grech, geschreven ten behoeve van Zijne Eminentie Kardinaal Joseph Ratzinger van de Congregatie voor de Geloofsleer, op 4 april 2002.
Zeer Eerwaarde Pater Prospero Grech Collegio Sta. Monica, Via Paulo VI, 25 1-00193 Rome
Geachte Pater Prospero Grech,
Allereerst wil ik u ervoor bedanken dat u mij de gelegenheid geeft te antwoorden op de vragen die u hebt aangaande mijn geschriften en mijn activiteit, zee respectvol uitgedrukt in uw brief van 4 april 2002, en die de punten van kritiek herhaalt die zijn vervat in de ‘Notificazione’ van 1995.
Ik ben op de hoogte van de taak en de verantwoordelijkheid die uw zeer heilige Congregatie is toegewezen om ‘de geesten te onderzoeken’ (1Joh. 4 :1). Ik heb iets begrepen, gedurende deze jaren, van de ingewikkeldheid van deze taak van onderscheiding en hoe delicaat het is, daar ikzelf op mijn weg veel mensen heb ontmoete die mij benaderden en beweerden dat ook zij goddelijke ervaringen hadden, welke zij met de mijne wilden vermenen. Uit voorzichtigheid en om redenen van verantwoordelijkheid heb ik het tot mijn stelregel gemaakt aan geen van hen aandacht te schenken. Daarom waardeer ik het belang van uw werk om de gelovigen te beschermen tegen elke schade en het geloof vrij te houden van niet-authentieke ervaringen, maar evenzeer het ware charisma te beschermen dat de Kerk ten goede zou kunnen komen.
Ik ben u ook dankbaar dat u mij de gelegenheid geeft te verduidelijken en licht te werpen op bepaalde uitdrukkingen die mogelijk onduidelijk lijken, daar ze zijn geschreven in beeldspraak en in poëtisch of symbolische stijl. Ik ben mij er eveneens van bewust dat mijn spreken tot Katholieke Christenen, ofschoon ik Orthodox ben, ongebruikelijk is, maar liever dan het te zien als wanorde, wens ik het nederig te zien als mijn bijdrage aan de genezing van de verdeeldheid tussen Christelijke Broeders. En dus zal ik zo goed als ik kan antwoorden op de vragen die zich verwaardig hebt mij te kunnen stellen in volledige oprechtheid en duidelijk, verzekerd eveneens van uw edelmoedigheid, goede wil en begrip tegenover mijn beperkingen in het uitdrukken van het volledige panorama, vervat in de 12 delen van de boeken met de titel: ‘Waar Leven in God’ (WLIG).
|