Een Inleiding op de Boodschappen
Als God in deze boodschappen spreekt ontgaat ons niet de toon van hoop die Hij ons geeft. Ja, Hij zal ons vele malen berispen, daar Hij Vader is, en zoals elke vader zijn kinderen terechtwijst als ze iets verkeerds doen, zo doet ook onze Vader in de hemel dat, maar Hij doet het met liefde, want Hij is Liefde en Hij heeft ons geschapen uit liefde om deze liefde aan Hem terug te geven.
Deze boodschappen openbaren Gods intieme beeld jegens Zijn schepselen, en wat Hij van ieder van ons vraagt is ook om intiem, vertrouwelijk met hem te worden zodat wij Hem leren kennen. Niettemin herinnert Hij ons eraan nooit te vergeten dat Hij heilig is en Hij vraagt ons ook "de vreze des Heren" in praktijk te brengen.
Deze boodschappen zijn een oproep aan onze ware fundamenten en een herinnering aan Zijn Woord en aan Zijn bestaan. Zoals God Zelf tegen Vassula heeft gezegd: "vertel hun dat deze Boodschap niet aan hen gegeven is om sensatie te veroorzaken, maar om hen de urgentie, de ernst en het belang van Mijn Oproep te doen beseffen; de urgentie van hun bekering; de ernst van de toestand van hun ziel; het belang van hun verandering van leven en heilig te leven;"
Deze boodschappen bevatten een smeekbede van Christus om de kerken verenigen, vooral wat betreft de eenwording van de datum van Pasen. Er staan in de boodschappen veel verwijzingen naar de grote geloofsafval die door de heilige Paulus is voorzegd in 2Tessalonicenzen, hoofdstuk 2, en over de geest van rebellie in onze tijden, die zo machtig is. Deze geest van rebellie is nu als rook de Kerk binnengedrongen en beïnvloedt bisschoppen en priesters (Katholieke) om zich tegen hun eigen herder te keren (de Paus). Christus roept hen terug, om trouw te zijn aan de Paus. Maar de triomf over het kwaad is nu niet meer ver weg en de Twee Harten (het Onbevlekte Hart van Maria en het Heilig Hart van Jezus) zullen over dit kwaad triomferen.
Er is een oproep om de tegenwoordigheid van Christus' goddelijkheid in de Eucharistie te erkennen en om Maria te erkennen als de Moeder van God. Er zijn meer dan vijf duizend verwijzingen naar de Heilige Geest en diepzinnige onderrichtingen over het handelen van de Heilige Geest.
Verder openbaart God profetische boodschappen over de Russische Kerk, waarin Hij zegt dat Rusland het land zal zijn dat Hem meer dan elke andere natie zal verheerlijken, en dat het het hoofd (geestelijk) zal zijn van veel naties. Maar wat nog opvallender is in deze boodschappen, is de tederheid die God ten opzichte van ons toont, Zijn oneindige goedheid en barmhartigheid openbarend. De beschrijving die Christus van God geeft, geeft ons een goede samenvatting van Zijn portret: "Mijn Vader is een Koning, en toch zo moederlijk, een Rechter, en toch zo teder en liefdevol; de Alfa en de Omega, en toch zo deemoedig;"
In deze boodschappen probeert God weer tot leven te brengen wat dood in ons is. Daarom stort Hij Zijn Heilige Geest over ons uit om ons tot Hem terug te brengen, om een waar Leven in Hem te leven. Hij belooft ons dat er weldra een uitstorting van de Heilige Geest over de mensheid zal plaatsvinden, als nooit eerder in de geschiedenis, die de hele aarde zal transfigureren. Dit is de hoop waarnaar wij allen uitzien.
Er zijn veel gedeeltes uit de Heilige Schrift uit het boek Openbaringen en het boek Daniël, die in deze boodschappen door Jezus Christus zijn ontzegeld.
Waarom verlangt God zozeer Zichzelf weer zo krachtig te openbaren in onze tijden als het niet is omdat Hij ons wil redden? Als Hij in een boodschap zegt: "Ik kijk vandaag naar de aarde en wens dat Ik dat nooit had gedaan... Mijn Ogen zien wat Ik nooit had willen zien en Mijn Oren horen wat Ik vreesde ooit te horen! Mijn Hart van een Vader, verzinkt in droefheid; Ik vormde de mens naar Mijn Beeld, toch hebben ze zichzelf verlaagd en vandaag, hebben velen van hen de gelijkenis van het Beest aangenomen (de duivel)! Mijn hart doet pijn, want Ik zie tot de uiteinden van de aarde, en wat Ik zie komt niet overeen met de wensen van Mijn hart... jullie Vader heerst over alles, maar niet over jullie vrije wil, en de mens heeft zijn vrijheid geperverteerd..."
Het is daarom dat God, onze Schepper, in onze tijden opnieuw moet ingrijpen.
In de Twee Harten,
Vassula
|