De Blijde Mysteries
Meditaties uit Waar Leven in God
1.De Engel Gabriël brengt aan Maria de Blijde Boodschap (Lk. 1, 26-28)
Jezus zegt: ‘… de Geest met Mij en de Vader zeiden: ‘Maria, vol van genade, Wij zijn met Je; wij zullen geen van de geheimen voor Jou verbergen, Onze Adem zal Jouw adem zijn, pure uitstraling van Onze Glorie; Maria, Ons beeld van Onze Goedheid, Wij geven Jou Onze Vrede in Je Hart; in dit volmaakte Hart zal Ik, de Zoon, triomferen; Ons Hart zal Jouw Hart zijn, een brandende oven van goddelijke Liefde; Onze Ziel[1] zal Jouw Ziel zijn, een verheven schat, een Paradijs voor Ons; Onze Geest zal Jouw Geest zijn, ja, want ieder die met Ons verenigd is, is één van geest met Ons; dit is Degene die Wij begunstigd hebben; (25 mrt 1996)
2. Maria bezoekt haar nicht Elisabeth
Jezus zegt: ‘… je hele wezen zal worden verheven en je hart zal jubelen en in vervoering zijn als je ogen ontsluierd worden om het gezegende Hart van de gezegende harten te zien, de Heiligste van de heiligen, het Onvergelijkelijke Hart dat brandt van onbegrensde liefde, een brandend en zo helder vuur, dan, Mijn vriend, zul je begrijpen wat Deugd is, en hoe Ik, God, in dit Deugdzame, Maagdelijke Hart God-Mens werd; je zult de Moeder van je Verlosser zien, de Moeder van de Profeten…’ (23 mrt. 1996)
3. De Geboorte van Jezus
Jezus zegt: ‘het is in het Hart, in die Afgrond van genade dat Ik Mijn macht uitoefende, waar Ik, de Schepper van hemel en aarde, de Schepper van Genade Zijn hemel in de hemel vond, Zijn genade in genade, om in de conditie te komen van een slaaf; Ik kwam tot de Wonderbaarlijke Nederigheid[2] om te dienen en niet om gediend te worden; Ik de Verlosser van de gehele mensheid, de beloofde Messias, kwam tot het volmaakt evenbeeld van Mijn Heilige Hart, om deel te nemen aan de smarten, de vreugden, het lijden, het martelaarschap, de wonderen, aan het verraad, de doodsstrijd, de geseling, de doorboring en de kruisiging; onze Harten boeten samen …’ (25 mrt. 1996)
4. De opdracht van het Kind Jezus in de Tempel
Jezus zegt: ‘vandaag kijk Ik neer vanuit de Hemel om de zuivere harten te tellen; wat moet Ik zeggen? was Mijn Offer tevergeefs? Mijn Geest is gebroken… Ik heb Mijzelf voor jullie geofferd om jullie te bevrijden van alle slechtheid, en een volk te zuiveren, zodat het Mijn volk zou kunnen zijn, dat geen ander ideaal zou hebben dan om goed te doen; Ik heb alles gedaan opdat jullie gerechtvaardigd zouden kunnen worden door genade, en erfgenamen zouden kunnen worden van Mijn Koninkrijk; Ik heb jullie allen intensief en met groot medelijden Mijn Wet geleerd, door jullie te vernieuwen met de Heilige Geest van Genade, door Mij zelf steeds weer te herhalen; Ik onderricht nu door jullie instructies te geven op de manier van de Heilige Wijsheid; het is geen nieuwe leer, maar dezelfde van de Bruid[3], waarop je kunt vertrouwen, jullie allen behoren tot Mijn Huis; daar Ik Mijn Huis gekocht heb met Mijn Eigen Bloed, en omdat Ik elke druppel van Mijn Bloed voor iedereen vergoten heb … zijn jullie Mijn Huis[4]’ (20 jan. 2001)
5. Jezus wordt in de Tempel weergevonden
Jezus zegt: ‘kom jij die nog ronddoolt in deze wildernis en zegt: “Ik heb mijn Verlosser gezocht, maar hem niet gevonden”; vind Mij, Mijn beminde, in zuiverheid van hart, door Mij zonder eigenbelang te beminnen; vind Mij in heiligheid, in de onthechting die Ik van je verlang; vind Mij door Mijn geboden te onderhouden; vind Mij door kwaad te vervangen door liefde; vind Mij in de eenvoud van hart; zondig niet meer, houdt op kwaad te doen; streef naar gerechtigheid; help de verdrukten;
laat deze wildernis en deze dorheid jubelen; laat je lauwheid opvlammen tot een laaiende vlam; laat je apathie varen en vervang haar door vurigheid;
"Doe al deze dingen, zodat je in staat zult zijn te zeggen: “ik heb mijn Verlosser gezocht en Hem gevonden; Hij was al die tijd in mijn nabijheid, maar in mijn duisternis kon ik Hem niet zien; O, ere zij God! Gezegend zij onze Heer! Hoe heb ik zo blind kunnen zijn?” Ik zal je er dan aan herinneren Mijn Geboden te onderhouden en te waarderen, opdat je leeft; (8 jul. 1989)
[1] Ziel moet beschouwd worden als leven zoals in Lukas 9: 24
[2] Onze Heilige Moeder
[3] De Kerk
[4] Hebreeën 3: 6 |