Verlies Mijn Vrede Niet En Blijf Sterk
12 december 1996
(V.S.)
Heer, laat mij me aan U vastklampen, opdat U mij te hulp komt;
ik heb U lief en ik dank U, en prijs U omdat U mij toestaat Uw Naam te kennen zodat ook ik beschermd mag zijn;
in Uw grote liefde, antwoordt U mij telkens wanneer ik Uw Naam aanroep;
God, U moet zeer worden gevreesd vanwege Uw Macht.
Moge U mij Uw mildheid tonen als ik het moeilijk heb; laat Uw glimlach op mij rusten om aan de naties te laten zien dat U met mij bent;
vrede zij met je; spreek in Mijn Naam en wees niet bang; stel je vertrouwen in Mij;
Mijn majesteit bedekt de hemelen en zelfs als je land vandaag in angst is vanwege zijn ongerechtigheid, Mijn majesteit en Mijn schittering zullen je land[1] bedekken en alle kwaad zal worden onthuld, aangezien het kwaad zich nu verbergt in de duisternis van de aarde; wees niet bang; wees opgewekt en verheug je want Mijn triomf over de kwade machten is nabij;
dus, ga, Mijn dochter en laat niet na te spreken als het goeds teweegbrengt; win zielen voor Mij, wees Mijn net; laat Mij je opnieuw uitwerpen; doe alles wat je kunt en Ik zal de rest doen; beloof Mij trouw te blijven en dien Mij in een geest van vroomheid en standvastigheid; Ik zal je nooit in de steek laten en Ik zal je niets weigeren dat de zondaars tot bekering zou brengen en tot verandering van hart;
je zult daarom, vóór je, Mijn bescherming vinden; de laster en de vervolgingen die je verdraagt omwille van Mij, zo edelmoedig, verheerlijken Mij; de manier waarop de mensen je behandelen met kwaadaardigheid en hatelijkheid en wat jij in stilte verdraagt voor Mij je Verlosser, ontroert Mij tot tranen; iedereen slijt tenslotte, net als kleren slijten, maar jullie ziel leeft voor eeuwig; jullie verworvenheden in Mijn Naam zullen nooit verslijten en jullie ziel zal tenslotte worden beloond;
verlies Mijn Vrede niet en blijf sterk, altijd grijpend naar de onderrichtingen van de Wijsheid; heb nu een gelukkig hart en vul het met de vreugde die Ik in Mijn Hart heb, gevuld door al diegenen die naar Mij, je God, verlangen;
[1] De Triomf van de Heer.
|