Zoveel Zielen Zetten Koers Naar Het Eeuwige Vuur
26 december 1994
U hebt mij deze Boodschap toevertrouwd. Mij ingezet om voor Uw Belangen zorg te dragen, maar mijn onderdrukkers verzamelen hun krachten tegen Uw Boodschap om haar te vernietigen. Wat kan ik nu doen met mijn blote handen?
Ik weet het; bemin Mij en geef jezelf wat rust;
Mijn kind, Ik zal tenslotte triomferen, dus bekommer je nu om Mijn Hartkloppingen; elke Harteklop is een oproep aan een ziel om tot Liefde terug te keren; Mijn Hartkloppingen worden niet allemaal gehoord, en oh,[1] zoveel zielen zetten koers naar het eeuwige vuur... alles wat Ik van je verlang is een onophoudelijk gebed; wees waakzaam en gebruik het onderscheidingsvermogen dat Ik je heb gegeven; heb Ik je niet voldoende bewijs van Mijn Liefde gegeven?
Heer, geef mij alstublieft een zichtbaar teken van Uw Liefde.
bloem-van-Mijn-Passie, zo zij het; Ik zal je, omwille van je liefde, een teken van Mijn Liefde geven, niet dat Ik je dat al niet heb gegeven, maar Ik wil je standvastigheid vermeerderen met dit teken op jou;
Ik bemin U tot in de dood.
ach … wat zijn deze woorden een balsem voor Mij en in het mysterie van Mijn Koninkrijk een redding voor een ziel; kom, Mijn kind!
[1] Dit was een zucht.
|