Pas Op Voor Hen Die Een Mond Hebben Maar Niets Zeggen Het Was Een Vreugde Je Te Onderrichten
1 februari 1994
(Driekoningen.)
Op 6 november 1993 hebben Pater O’ Carroll en ik de boeken (Waar Leven in God) en zijn eigen boeken persoonlijk aan Paus Johannes Paulus II overhandigd.
Twee maanden later, vanmorgen vroeg, had ik een droom-visioen.
Het visioen:
Ik zag de Paus, gekleed in zijn witte gewaden, heel duidelijk. Hij stond tegenover me en keek me aan. Het leek alsof wij elkaar goed kenden. Er stond een plastic eettafel tussen ons in. Ik bekeek zijn witte gewaden aandachtig. We spraken geen enkel woord met elkaar. Vervolgens ging hij aan mijn tafel zitten. Ik draaide me naar rechts om hem datgene aan te bieden wat ik voor hem klaar had staan. Ik bood hem een nagerecht aan. Ik keek aandachtig naar hem, terwijl hij at. Toen, nadat hij alles met smaak gegeten had, stond hij op om te vertrekken. Ik haastte me om hem naar de deur te begeleiden.
Ik liep aan zijn rechterzijde en gaf hem een wandelstok (in mijn droom was dat zijn eigen stok). De stok was niet van hout maar van een ander zeer licht gekleurd materiaal. Hij nam de stok en toen hij in beweging kwam viel mij op dat hij moeite had met lopen zelfs met een wandelstok.
Onmiddellijk en zonder aarzelen pakte ik zijn rechterarm en legde die helemaal om mijn nek en schouders, tot aan mijn linkerschouder. Hij had geen bezwaar tegen deze hulp maar accepteerde die. Vervolgens sloeg ik mijn linkerarm om zijn rug om hem op deze wijze aan mijn linkerkant zoveel mogelijk op te tillen en op mijn rug te dragen. Ik herinner mij, dat ik zijn arm om mijn schouders sloeg zodat die mijn nek van voren kruiste, van mijn rechter- naar mijn linkerschouder. Op deze manier kwamen zijn voeten bijna los van de grond. Toen ik mijn linkerarm om hem heen sloeg, voelde ik zijn ribben en ik dacht met verbazing, “wat is hij mager” maar niemand kon het zien. Al die tijd heeft de Paus geen enkel bezwaar gemaakt.[1])
1 februari 1994
(Joinville – Brazilië.)
Ik bemin je, en een groter geschenk dan Mijn Liefde kun je niet hebben!
bloem, zeg tegen B … en tegen allen die samenwerken aan de verspreiding van Waar Leven in God, dat telkens wanneer er een ziel tot Mij wordt teruggebracht door Mijn Boodschappen, er in de hele Hemel vreugdekreten weerklinken; pas op voor hen die een mond hebben maar niets zeggen, ogen hebben maar niets zien; herinner hun er opnieuw aan dat Ik het ben die jou naar hen gebracht heeft om persoonlijk Mijn Liefde over te brengen aan hen allen, en hun eraan te herinneren dat Ik, Jezus, tot Leven breng;
Ik zegen ieder van hen en laat de Zucht van Mijn Liefde op hun voorhoofd achter als Mijn Zegel;
4 februari 1994
(Colombia – Zipaquira.)
(Jezus gebruikt woorden van bemoediging.)
Mijn Heer?
Ik Ben;
steun op Mij; blijf dichtbij Mijn Hart; Mijn Hart is de bron van jouw leven en, Mijn Vassula, sta Mij toe in jouw hart te rusten; het was een vreugde je te onderrichten en Ik verheug Mij nog altijd in je verheffing, we zijn voor eeuwig verenigd;
bloem, troost Mij, bemin Mij en liefkoos Mij met je hart; verkondig het Evangelie met liefde voor Liefde; Ik zal je helpen, houd je dus aan Mij vast; ic;
7 februari 1994
(Mexico - Mexico City.)
(Jezus gaat door bemoedigende woorden te zeggen voor deze lange en moeilijke zending.)
Mijn dochter, laat de moed niet zakken; Ik ben Degene die je moed geeft; laat je stem met autoriteit gehoord worden, want je bent gezonden door de Autoriteit Zelf; wees Mijn Echo; alles zal geschieden overeenkomstig Mijn Wil, vergeet echter niet jezelf te versterven; Ik, God, ben met je om opnieuw Mijn Naam te verheerlijken;
Ik zegen je uit de grond van Mijn Hart; Ik, God, bemin je;
[1] Uit dit visioen begreep ik dat de Paus ook de Kerk voorstelde. De Kerk is zwak aangezien er geloofsafval is, maar de Boodschappen helpen de Kerk.
|