Maar Keer Altijd Naar Mij Terug
27 april 1987
Vassula, Ik ben de Heer die voor je staat;
(Jezus was daar glimlachend en Hij liet mij Zijn verschijning voelen. Hij hield met Zijn beide Handen Zijn mantel vast, deed hem open en toonde mij Zijn Hart. Zijn Borst straalde licht uit.)
ga Mijn Hart binnen; dring erin door en laat Het je onderdompelen; laat Mijn Hart jouw hart verrukken, het ontvlammen, en het in lichterlaaie achterlaten, Mijn Vrede en Liefde uitstralend; kom, laten we samen zijn; sta Mij toe je Heilige Metgezel te zijn; ben je ertoe bereid, dochter?
(Ik voel mij niet in staat Hem te naderen. Wie ben ik om Hem te naderen? Ik besefte hoe onwaardig ik ben. Hoe zou men zich zelfs kunnen veroorloven met God te durven spreken, wij, die een stel ondankbare zondaars zijn, laat staan Hem om gunsten te vragen en nog minder om een ‘praatje’ met Hem te houden! Wij zijn zo waardeloos en onwaardig dat ik er misselijk van word. Ik zou een pleister op mijn mond willen plakken. En in Zijn aanwezigheid, waar ik in de geest was, hang ik een sluier tussen Hem en mij, uit respect voor Zijn aanwezigheid.)
dochter, wat heb je gedaan?[1] waarom dochter, waarom?
Uit eerbied, Heer.
Ik wil dat je eet;
(Ik zag Brood in Zijn hand.)
neem Mijn Brood, kleintje, je zult die sluier moeten wegnemen om Mijn Brood aan te nemen, kom;
Ik zal de scheiding wegnemen … hier, neem Mijn Brood, kom dichterbij;
(Ik deed het, ik nam Zijn Brood aan uit Zijn hand.)
besef je hoe blij Ik ben jou te voeden?
Jezus was vol Liefde, en gelukkig.
kun je Mijn geluk voelen, Vassula? onthul je zwakheden en je ellende opdat Ik ze kan vernietigen in Mijn Sterkte en in Mijn Barmhartigheid; kleine duif, vlieg vrij maar keer altijd naar Mij terug en neem Mijn Brood, Ik bemin je;
Ik bemin U ook, Heer.
(Hierna, de hele dag, voelde ik Zijn liefde op mij, hoe kan ik dat noemen? ‘Een toestand van Extase?’ In die toestand voelde ik Zijn Aanwezigheid nog meer dan normaal.)
(Later:)
je hebt Mijn Heiligdom gezien waar we zijn binnengegaan en Ik heb je ogen laten zien hoe Mijn Heilig Heiligdom wordt bewaakt door Mijn Serafijnen; vandaag zal Ik je laten zien wat Ik binnen in Mijn Heilig Heiligdom heb; kun je deze sterke Straal zien die op Mijn Heilige Geschriften schijnt?
Ja, Heer!
zij zijn Mijn Heiligste Geschriften, geschreven voordat Ik jou schiep; Mijn Heilig Boek bevat de geheimen en sleutels tot Mijn Hemelen en heel Mijn Schepping; bij Mijn Heilig Boek heb Ik twee aartsengelen geplaatst die hartstochtelijk waken over Mijn Heilige Geschriften; kom, Ik zal je meer van Mijn Heerlijkheid laten zien, kleintje;
(God nam mij mee naar een plaats waar ik mij niet op mijn gemak voelde.)
zie je die berg van vuur?
(Hij zag er mooi maar bedreigend uit.)
uit zijn zijde stromen twee rivieren, ze bestaan geheel uit vuur;
(Het zag eruit als vloeiend lava, maar helderder rood)
Ik de Heer zal op de dag van Mijn Oordeel de slechte zielen van de goede zielen scheiden; dan zullen alle volgelingen van Satan in deze twee rivieren van vuur worden geworpen en zo gestraft worden voor de ogen van de rechtvaardigen; Vassula, Ik zal je ogen meer van Mijn Hemelen laten zien, want er zijn er nog verscheidene meer achter Mijn Heiligdom; schepsel, Mijn Wil zal geschieden, want Ik ben God, Jahweh Sabaoth, laat Mij vrij om in je te handelen; we zullen met liefde samenwerken, totdat Ik Mijn Werken tot stand zal brengen, en als Ik dat doe, zal Ik weer komen met Mijn Heilig Boek en je er een passage in laten lezen die jij zult schrijven, om zo Mijn Boodschap van Vrede en Liefde te bezegelen;
(Om middernacht werd ik gewekt door Jezus’ luide kreet vanaf het Kruis. Het was een kreet van angst, lijden, pijn, droefheid en bitterheid. Het klonk als een erg sterk aanhoudend gekreun.)
[1] Jezus leek geschokt.
|