In Jouw Armoede, Ben Ik Koning Ik Ben Gekomen Om Jou En Miljoenen Anderen Door Deze Boodschappen Op Te Voeden
16 januari 1991
O Heer! waar bent U weer? Als dorstige grond smacht ik naar U; reik naar mij van boven en bezoek mij; de olie van mijn lamp raakt op; kom zoals gewoonlijk om mijn lamp te vullen. heb Mijn Vrede;
Ik draag je op Mijn Schouders; zoals een herder zijn zwakke lam draagt, draag Ik jou, omdat Ik weet dat je zwak bent, ellendig en niet in staat zelf te lopen; Ik, de Heer, stort genade op genade over je uit om je te doen overleven; Ik zie over het hoofd alles wat je niet ten gunste van Mij doet, dochter; heb vertrouwen; Ik heb je gered uit de Dood om naast Mij te wandelen, Ik heb je gered, bloem, opdat je wandelt in Mijn Tegenwoordigheid,
Maar Jezus.
praat weinig, ssst … luister naar Mij,[1] luister: … hoe velen heb Ik laten opstaan op deze speciale manier en beetje bij beetje opgevoed?
Niet velen, mijn Heer.
vertrouw Mij dan[2]… Ik zal zorgen dat je elke belofte volbrengt, die van je lippen is gekomen in je akte van toewijding; luister ... wie was er meer vastbesloten jou te redden dan Ik en Mijn Moeder?
Niemand.
nee, niemand;
ondanks je kinderlijke onbeschaamdheid bood Ik je Mijn Heilig Hart aan om je verblijfplaats te worden; waarom, Vassula, Ik heb je bij de hand genomen dwars door de woestijn en je de Hemel laten zien, en je ogen zagen duizenden engelenscharen Mij omringen; dochter, Ik heb je veel gunsten verleend en dit alles vanuit de Liefde die Ik voor je koester;[3] luister naar Mij[4] … Ik ben gekomen om jou en miljoenen anderen door deze Boodschappen op te voeden, Ik ben niet voor jou alleen gekomen, Ik ben niet gekomen om jou alleen te laten opstaan, maar om door deze geschriften natie na natie op te richten om Mij te verheerlijken; en zoals Ik jou heb meegenomen naar Mijn Bruiloftszaal, zo ben Ik ook van plan ziel na ziel mee te nemen naar Mijn Bruiloftszaal;
sta niet verbijsterd over Mijn Schoonheid … Ik Ben Volmaakt … luister naar Mij … laat je ogen zich niet van Mij afwenden, prijs Mij en Ik zal, als je het Mij toestaat, ze gevangen houden; Ik zal je blik op Mijn Volmaaktheid gericht houden om in jou een verlangen te wekken naar je eigen volmaaktheid; Ik wil je mooi, gezegend en heilig; sta Mij daarom toe je stap voor stap de Hemel binnen te leiden; het is waar dat Ik je opgericht heb om een teken van eenheid te zijn en uit te gaan om te getuigen maar voorzie Ik je niet van alles wat je ziel nodig heeft voor je missie?
je was onbewoond, een woestijn, hoor Mij, dan, om Mijn plan uit te voeren, kwam Ik in jouw wildernis om Mijn Tent in jou op te slaan, om jou te doen gedijen en van jou Mijn Eigendom en Mijn Verblijfplaats te maken; nu behoor je Mij toe en ben je de Mijne en Mijn Tempel; om die reden bewaak Ik je als Mijn Oogappel tegen de Lasteraar, die zonder ophouden met verschillende methoden probeert jouw land binnen te dringen en te verwoesten en van jou een woestenij te maken; als een wachter waak Ik dag en nacht over je, als een schildwacht bescherm Ik je tegen alle indringers; aha! nee-e, niemand zal worden toegestaan Mijn Eigendom binnen te gaan;
O beminde, gezegende van Mijn Ziel, sta Mij toe je Mijn Verlangens in te fluisteren opdat ze geschreven en gelezen worden door een menigte zielen, en dat ze door deze regels mogen horen:
Mijn Stem,
de Stem van de Liefde,
Ik heb niet alleen tot jou gesproken, Ik spreek tot elke ziel; dus kom tot Mij, jij die behoeftig bent, Ik zal je uit je ellende tillen en je aan Mijn Hart drukken; kom tot Mij, jij die eenzaam bent en Ik zal rivieren uit je laten stromen; o kom tot Mij, jullie die vermoeid zijn en leg je hoofd op Mij, rust in Mij, ziel; je tegenspoed, je zorgen, Ik zal ze dragen; geef ze aan Mij, bied ze Mij aan en Ik zal je verlichting schenken, verheug je! want in jouw nietigheid Ben Ik Alles, in jouw armoede, ben Ik Koning, en in jouw overgave aan Mij, kan Ik Mijn Wil doen! Rechtschapenheid en Gerechtigheid letten op je, verlaat Mij dus niet, ziel, Redding staat voor je deur;
- Vassula, laat Mijn Liefde je bedekken; wees oplettend en verwaarloos Mij niet, onthoud, dat Ik je Bruidegom ben; Ik, de Heer, zegen je; houd Mij in je gedachten; dit is Mij zo aangenaam; Ik bemin je oneindig; kom;
[1] Jezus zei deze woorden als een zachte melodie, fluisterend. Ik zou hebben kunnen sterven door Zijn Tederheid.
[2] Jezus fluisterde weer zacht.
[3] Ik probeerde te onderbreken.
[4] Jezus fluisterde weer teder.
|