Ik Ben Niet Onbereikbaar
5 oktober 1986
(Ik ben een boek aan het lezen waarin veel mensen berichten dat zij “ervaringen met God hadden”, maar tegen bijna allen werd gezegd door ‘deskundigen’ dat ze deze ervaringen zouden moeten vergeten, omdat ze niet van God komen; hun werd verteld dat alleen buitengewoon begenadigde zielen deze dingen van God ervaren en dat men ook zeer verheven moet zijn. Omdat ik weet dat ik niet heilig ben en verre van goed, heb ik besloten een punt te zetten achter het schrijven bij deze ontmoetingen met God; Ik kon net zo goed de hele zaak ‘opgeven’. Ze leken te zeggen dat je een heilige moest zijn om God te bereiken en ze lieten me geloven dat God heel ver weg is. Dus zal ik de hele zaak laten vallen en laat ik mijn hand voor de laatste keer schrijven wat ze wil, geleid door “de kracht” die al deze maanden heeft geschreven.)
Vassula! verlaat Mij niet, beminde, roep Mij aan en leer van Mij; onthoud dat Ik altijd bij je ben; Ik, God, leef in jou; geloof Mij, Ik ben de Almachtige, de Eeuwige God;
Nee. Het is niet mogelijk. Het kan God niet zijn. Zij die het weten zouden mij bewijzen dat het God niet is. Alleen zielen die waardig zijn, worden door God bereikt en geeft Hij zulke genaden.
Ik ben niet onbereikbaar! Vassula, Ik wijs niemand af; Ik beschuldig ieder die Mijn aanmoediging om Mijn kinderen tot Mij te laten komen ontmoedigt; al degenen die leren dat men rein of waardig moet zijn om met Mij te kunnen zijn of door Mij te worden aanvaard, zijn degenen die Mijn Kerk schaden; ieder die Mij heeft gevonden, maar door anderen ontmoedigd wordt, zal Ik, die de Oneindige Kracht ben, steunen door hem Mijn Kracht te geven; waarom, waarom heb Ik mensen die zichzelf experts noemen die beoordelen of Ik het ben of niet en elke mogelijkheid uitsluiten, en Mijn kinderen bedroefd, hulpeloos en teleurgesteld achterlaten, zonder rekening te houden met al Mijn genaden terwijl zij Mijn kinderen van Mij wegtrekken; waarom zijn al Mijn zegeningen afgewezen; zegeningen die Ik gaf; Ik ben Oneindige Rijkdom;
dochter, toen je Mij eindelijk gevonden had, was Ik vol van vreugde; Ik was voorzichtig om je niet af te schrikken; Ik was teder, en behandelde je zoals een moeder haar kind behandelt; Ik liet je Mij naderen, Ik was overgelukkig je te roepen en je te ontmoeten, je dicht bij Mij te hebben en alles wat Ik heb met je te delen, Mijn beminde; en nu kom je Mij vertellen dat je erover denkt Mij te verlaten, omdat Ik, God, onbereikbaar ben en omdat ze je verteld hebben dat alleen waardige zielen Mij kunnen bereiken en dat jij beneden de vereiste maat bent! Ik wijs nooit een ziel af; Ik bied Mijn genade zelfs aan de ellendigste aan;
maak Mij blij en ontmoet Mij op deze wijze; Ik zegen je, dochter; Ik leid je; je eet van Mij; Vassula, lees vandaag het eerste brief van Petrus; lees hem met geloof, dan zal Ik hem met jou in verband brengen; lees het eerste hoofdstuk; lees met geloof; Petrus leert je geloof te hebben;
(Jezus liet mij veel dingen begrijpen door het woord ‘geloof’; dat men bergen kan verzetten door geloof. Men moet blindelings geloven, als je wilt.)
|