Bemin Mij En Je Zult Mijn Vijanden Verslaan
8 april 1988
(Goede Vrijdag)
Jezus?
Ik Ben; waarom heb je getwijfeld?[1]
ach! alles wat Ik van je vraag is liefde; bemin Mij en Mijn dorst is gelest! bemin Mij en Mijn wonden zijn verzacht! bemin Mij en Mijn Geest zal in je jubelen! bemin Mij en je zult Mijn vijanden verslaan! Mijn Geest rust op je, Mijn kind; wij, ons?
wij, ons?
Ja, Heer. Ja, Heilige Maria. Wij ons, voor altijd en eeuwig.
[1] Ik was bezig in de Bijbel de woorden op te zoeken die Jezus zei op 29-3-1988 (‘Ik zal Mijn geest uitstorten over de gehele mensheid’). Ik vond het in de Handelingen en ik wist dat het ook op een andere plaats in de Bijbel stond, want Jezus heeft mij ooit die passage laten zien. Ik vroeg Jezus mij opnieuw te laten zien waar het in de Bijbel staat. Nadat ik een tijdlang gezocht had, en het niet had gevonden, leek het alsof ik een naald in een hooiberg aan het zoeken was! Ik dacht dat Jezus mij misschien niet hoorde, en ik zei dus luider: ‘O Jezus, misschien moet ik schreeuwen, misschien hebt U mij niet gehoord!’ Nog voordat ik het laatste woord had gezegd, ontdekte ik dat ik deze woorden zei, terwijl ik de pagina die ik zocht precies voor mijn neus had. Daarom zei Hij tegen mij: ‘waarom heb je getwijfeld’.
|