Zielen In Het Vagevuur
22 juli 1987
Vassula, kun je al deze zielen zien? ze staan allemaal in de rij te wachten;
(Ik zag Jezus met een groep zielen achter zich.)
Jezus?
Ik ben; ja, dat waren zielen!
(Direct nadat ik deze zielen zag, verscheen er een ander beeld voor mij: een beeld van vele jaren geleden; Ik moet 17-18 jaar geweest zijn. Ik zag toen dikwijls, bijvoorbeeld als ik in de zitkamer was, veel zielen op de grond zitten die elkaar tot zwijgen aanspoorden en alleen maar om mij heen zaten alsof ze naar een toespraak van mij kwamen luisteren. Destijds verbaasde het mij dat ik deze dode mensen zag zoals ik ze gewoonlijk noemde, maar ik besteedde er verder geen aandacht aan omdat ze mij nooit hinderden en vroeger of later werd ik snel afgeleid door andere dingen om mij heen. Het kwam zeer dikwijls voor en het was eigenlijk gewoon, maar ik schonk niet veel aandacht aan dat alles.)
ja, Vassula, zij wachtten!
Wachtend op wat, Heer?
ze wachtten erop dat jij zou groeien;
Wisten ze dat?
ja, zij wisten het; Ik heb erop gewacht dat je Mij zou beminnen en eerherstel zou geven; Mij vurig beminnen betekent eerherstel geven en daardoor worden deze zielen in het Vagevuur genezen,[1] aan het zuiverende vuur ontrukt en zo kunnen ze tenslotte bij Mij komen;
Vassula, weet je hoeveel zij lijden als ze in het Vagevuur zijn? dat ze ernaar verlangen om Mij te zien terwijl ze er niet toe in staat zijn? hoezeer zijn ze van jou afhankelijk! Ach Vassula, wil je hen helpen?
Ja Heer, ik zou graag willen dat ze eindelijk bij U zijn!
heb Mijn Vrede, Ik de Heer zal je laten zien hoe je hen kunt helpen; zoek Mij altijd; offer en klaag nooit; Ik zal je helpen aan Mijn verlangens tegemoet te komen; beminde, heb Mij lief, want jouw liefde geneest hen,
Jezus, wilt U het mij laten weten als ze weer bij U zijn?
dat doe Ik;
Jezus, en wat betreft de ‘Getuigen van Jehova’?
laat ze je geven wat ze willen, ontvang hen met Mij; je zult begrijpen waarom Ik ze naar je toe gestuurd heb; steun op Mij, beminde;
Jezus, zal ik niet iemand ontmoeten uit Uw eigen Wereld?
laat Me je direct zeggen, Ik zal je wegnemen en tussen de Mijnen plaatsen; dochter, als je één enkele van Mijn genaden verdiend had, zou Ik je hebben laten zien hoe de Liefde leidt, zonder dat je op moeilijkheden zou zijn gestuit en alle "deuren"[2] zouden open zijn geweest;
Wat betekent dat?
dat wil zeggen dat je deze genaden die Ik je gegeven heb, niet hebt verdiend en dat Ik vanuit Mijn Oneindige Goedheid op je ellende heb neergezien; verlang van nu af aan meer naar Mij dan ooit; je zult elke afzonderlijke genade verdienen door Mij daden van liefde aan te bieden; elke daad van liefde zal alles herstellen wat je hebt vernield;
Wat had ik vernield, mijn God?
alle goede dingen die Ik je had gegeven en die jij in kwaad hebt veranderd; eer Mij, Ik bemin je;
Heer, wilt U mij helpen deze goede daden te verrichten?
dat wil Ik; onthoud, alles wat Ik gegeven heb zal ook voor niets doorgegeven moeten worden; Ik wil dat Mijn altaar zuiver is;
(Later:)
(God liet mij zien dat ik nooit één van Zijn gunsten verdiend heb. Daarom kom ik nu tamelijk timide naar Hem terug, bedelend.)
Heer?
Ik ben;
Staat U mij toe in Uw Licht te zijn?
wees in Mijn Licht en blijf erin;
Staat U mij toe[3] op U te steunen?
dat sta Ik je altijd toe;
Staat U mij toe Uw Hand vast te houden en dicht bij U te zijn?
kom in de armen van je Vader;
Sta mij toe tot U te spreken!
wees Eén met Mij, kijk Mij aan, wees Mijn weerspiegeling en laat Mij voor je spreken;
Staat U mij toe door U getroost te worden?
kleintje, Ik zal je Trooster zijn; kom, voel Mij, stem je op Mij af; wees Eén, los in Mij op; laat Mij je totaal in bezit nemen en over je heersen; laat Mij je in Mijn Hart duwen, kom dichtbij; wees in Mij en Ik in jou, hoezeer bemin Ik je, dochter!
(Ik voelde dat God tevreden was.)
Ik bemin U, Heer.
(Ik voelde dat Zijn Liefde mij volledig bedekte.)
wees nu bij Mij, blijf,[4] weiger Mij niets, Vassula; Ik schreeuw het uit, Mijn kreet weerklinkt en doet alle Hemelen schudden; Mijn kreet zou moeten zijn gehoord door de zielen die Mij beminnen, ze moeten Mij hebben gehoord, vertel hun dat ze het zich niet hebben verbeeld; Ik ben het, Jezus, Beminde Zoon van God; Ik wil dat ze zich verenigen en eenheid, vrede en liefde voorstellen; Ik wil dat ze als een leger van redding zijn, herstellen al wat vernietigd en misvormd is; Mijn kreet komt uit het diepst van Mijn Gewonde Ziel; zegen Mij, dochter;
Ik zegen U, mijn God. Mogen Uw wensen werkelijkheid worden.
blijf Mij trouw, maak deel uit van Mijn Lichaam, houd je aan Mij vast;
[1] Dat wil zeggen: gezuiverd.
[2] "Deuren": wil zeggen Satan en zijn aanhangers is toegestaan te infiltreren en hun beledigingen te schrijven of mij het verkeerde woord te geven. God heeft mij echter om die reden geleerd hoe ik de duivels kan herkennen; (Satan kan een ziel nooit rust geven tijdens zijn aanwezigheid; daardoor verraadt hij zich).
[3] De uitdrukking "sta mij toe", bij een vraag, was mij geleerd door Hem, want Hij, als God en Soeverein, vraagt mij, Zijn schepsel, altijd op deze manier: "sta Mij dit of dat toe …"
[4] Ik maakte aanstalten om op te staan en te vertrekken.
|