Ik Ben Je Trooster
3 juli 1987
Jezus?
Ik ben;
beminde, inspiraties komen van Mij zoals dauwdruppels op de bladeren komen;
Ik heb een verbond met je gesloten om trouw tegenover je te zijn, Ik heb Mijn maatregelen genomen opdat ook jij Mij trouw zult blijven, zie je?[1]
Vassula, wil je, voor Mijn belang, Mijn Kerk verenigen? Ik ben vóór je, en Ik zal je instructies geven, volg Mij maar; Ik wil al Mijn Kerken verenigen; Ik wil dat Mijn priesterzielen zich Mijn Werken van vroeger herinneren en de eenvoud die Mijn leerlingen bezaten; de nederigheid en de trouw van de eerste Christenen; kom, Ik zal de diepste en meest persoonlijke verlangens van Mijn Hart onthullen, sta Mij toe ze je in te prenten, kleintje;
(Hier voelde ik mij werkelijk hopeloos. Ik voel dat God zoveel belangrijke dingen verlangt die Hij mij zegt, door ze op te schrijven, en ik zit er als verlamd bij; Ik voel dat ik niet doe wat Hij wil want er is niets veranderd, maar hoe kan het veranderen als werkelijk niemand er veel van weet? Ik voel dat ik Hem erger, dat ik Hem niet gehoorzaam, niet doe wat Hij het meest verlangt.)
Jezus? meer dan honderd mensen hebben kopieën van deze openbaringen, maar dat is niet genoeg!
Ik ben, leef in vrede; Ik zal Mijn Kerk herstellen; sta Mij toe, Vassula, je alleen Mijn Woorden in te prenten; Ik bemin je, verheerlijk Mij door Mij te beminnen; Mijn Kerk te verenigen is Mijn Werk; jij zult alleen Mijn boodschapster zijn, begrijp je het verschil?[2] zelfs wanneer Ik zeg: vernieuw of verenig Mijn Kerk, Vassula, is dat nooit direct aan jou gericht; je zult leren, heb je niet een deel van Mijn Werken bij Mij geleerd?
Ja Heer.
wacht maar af en je zult zien;[3]
Ik heb je iets te vragen; waarom ben je nu niet bij Mij gekomen om troost?
ja, precies, ja;
(In een flits van enkele seconden gaf Jezus mij een visioen en een heel verhaal daarachter, als een parabel. Het ging over een kind en een moeder. De moeder was haar kind jarenlang kwijt geweest. Tenslotte, toen ze het had teruggevonden, was ze zo gelukkig dat ze haar kind trachtte te leren om bij haar te komen voor alles wat het wilde omdat ze het beminde en het haar toebehoorde. Het kind had er grote moeite mee zich weer aan te passen aan iemand die zei zijn moeder te zijn die voor hem zorgde; het was gewend in zijn ellende zelf rond te ploeteren, aangezien het niemand had gehad bij wie het terecht kon. Maar nu vergat het opnieuw dat de moeder degene is die hem zou kunnen helpen en troosten. Het visioen was dat van een klein kind dat weer in volkomen ellende leefde, jammerend rond het huis liep en de moeder negeerde; de moeder die het kind in zijn ellende zag, voelde zich pijnlijk getroffen, gekwetst, haar kind in ellende te zien, gekweld bij het zien dat het kind nog steeds niet wilde komen om zich in haar armen te werpen en te laten zien dat het de genegenheid van haar nodig had. Het hart van de moeder was volslagen ontredderd door het zien van haar kind in ellende en ook door de afwijzing van haar die zoveel zou kunnen doen als het vertrouwen in haar zou hebben!
- Ik was dat kind; de moeder, Jezus.
- En dit alles omdat ik het gevoel had tot niets te komen, de boodschap met mij mee te dragen zonder veel te doen. Ik besloot te gaan slapen om het te vergeten. Dus ging ik naar bed en probeerde te slapen om het te vergeten. Dit gebeurde ‘s middags; ik dacht aan Jezus, maar ik voelde mij te miserabel om Hem zelfs onder ogen te komen.)
beminde, Ik ben je Trooster! leun je hoofd tegen Mij, sta Mij toe je te liefkozen en je pijn te verzachten, sta Mij toe Mijn woorden in je oor te fluisteren; in Mijn Hart heb Ik een plaats voor je; besteed geen tijd elders; kom nu in je woning;[4]
Ik ben ongeschikt…
Ik zal je optillen en je erin plaatsen;
[1] Jezus heeft ervoor gezorgd dat ik Hem niet ontsnap, omdat Hij weet hoe zwak ik ben …
[2] Het kostte me jaren… (29 augustus 1998, bij het herlezen.)
[3] Er volgde een lange pauze. Hij had mijn hand stilgehouden op het papier, zonder iets te zeggen, voordat Hij zei: “Ik heb je iets te vragen etc.”
[4] Hij zei dat met zoveel tederheid, op een manier zoals alleen God kan spreken …
|