Wat Is De Sleutel Van Kennis?
2 maart 2004
God zalft de Zijnen om hen te brengen tot een volmaakte mystieke eenheid; maar hoe komt het dat wanneer U, mijn God, zo veel wonderen en mirakels verricht, een werk dat de geest van de mens overstijgt, de aarde niet in vuur en vlam wordt gezet?
God kwam tot ons in Heerlijkheid en Glorie, overstromend van Zijn Eigen Licht, en kijkt naar ons, brandend in majesteit; met een gevolg van Zijn Aartsengelen, daalt Hij af op deze glorieuze wijze,- een formidabel schouwspel – om Zich tot ons te richten;
zodra Hij Zijn Mond opent verlicht een straal van schitterend Licht Zijn Heilig Aanschijn zelfs nog meer; dan reikt Hij ons Zijn Hand met vlammen van passie om ons te herinneren aan de macht die Hij geeft door ons De Erfenis te schenken, terwijl Hij ons oproept om de volmaaktheid te bereiken in een onuitsprekelijke vereniging met het Goddelijke;
toch, O onuitsprekelijke Schoonheid, Koninklijke Waardigheid, het geluid van de ongelovigen die begraven zijn in duisternis doorboort mijn oren!
maar ondanks hun ongeloof is Mijn blik van Barmhartigheid op hen gericht;
ja, wees barmhartig voor degenen die U beledigen, en zich vastklampen aan leegheid en diens verwanten, want zij zijn diep neergezeten in de diepste put;
‘ongelovigen! Jullie hebben de Wil van God gelasterd en jullie geestelijke vrucht is Chaos!
kom en overzie jullie leven en zie wat voor jullie ligt: bederf van de ziel en volledige Dood... Zonde is Dood!’
Ik heb Uw Woorden Heer nu negentien jaar opgeschreven; U hebt, mijn God, al wist u van mijn ellendigheid, Aan mij deze Edele Ode van Liefde toevertrouwd, deze Ode van Verrijzenis, en sindsdien ben ik bijna levend verzwolgen door onze kwellers, ik ben besmeurd en beschimpt zonder reden;
maar Ik heb je bescherming gegeven en je beloond met zegeningen…laat psalmen en liederen zich mengen voor Mij, geef Mij aanleiding Mijn Hart zich te laten verheugen; een klein iets als dit is een zoet geurend offer…
Ik had, in het verleden, iets van Uw Oordeel gevoeld toen ik minachtte, voordat ik U en Uw Wet ontmoette;
Maar U kwam naar mij, uit medelijden, en tilde me op… U ademde in mij en U maakte me heel; O Barmhartige God! open de ogen van Uw volk; degenen die niet zien zijn groot in aantal…
als bergen zouden omvallen om zich met de golven te mengen, als rotsen zouden smelten als was voor Mijn Aanschijn, Ik zou nog steeds barmhartig zijn voor degenen die Mij vrezen…
Heer, U te zien is inderdaad een formidabel schouwspel; majesteitelijk in schoonheid, Uw Naam overstijgt aarde en hemel en heeft de klank van een Lied in mijn oren; ik zegen U die mijn Raadsman bent, terwijl ik slaap bent U mijn Voorspreker;
Uw Woord flitst over de gehele aarde; en waar het aankomt doet het doden opstaan; Uw Soevereiniteit is een eeuwige Soevereiniteit;
Uw mantel werd gevormd door duizend juwelen toen ik U zag, U trad uit de wolken tevoorschijn als een Bruidegom die fijngevoelig een trap afdaalt; U trad naar voren en met open armen sprak U tot mij:
“je bent een woonplaats voor Mij nu dat Ik je heb vrijgesproken; nu zul je Mijn leerling zijn onder mijn onderrichtingen en Ik zal je de weg leren die je moet gaan…
je zult een nieuw lied zingen ter Mijner eer om de boze plannen van Mijn vijanden dwars te zitten die de Kerk schade toebrengen; vrees nooit, zelfs als je geen gesprek of geluid van Mij hoort; Ik ben altijd met je…
Ik zal je lamp zijn om je voeten te verlichten; zelfs al zullen je aanvallers zich op je storten als een lawine, vrees niet, want naast je Ben Ik; Ik heb je omgord met Mijn Kracht om te zegevieren en Mijn Kerk op te heffen vanuit de modder en Mij te verheerlijken;”
dan, Heer, sta me nog eenmaal toe Uw Cherub te bestijgen en naar U toe te vliegen, Mijn God, zwevend op de wieken van de wind[1] om de Stem te horen van mijn God en de sluier van de Bruidegom op te lichten en Zijn Zoetheid en Zijn Godheid te beschouwen; want Uw Liefde zal voor mijn ogen zijn…
mijn geest zal in vurigheid niet blijven vragen aan mijn hart: ‘hoe lang nog zal Hij Zijn aanschijn voor u verbergen?’ want hoe lang zal Hij u laten wachten om mij[2] naar de hoogten te dragen, opstijgend naar Zijn Hoven waarin ik Onderricht en Kennis ontvang, en waar andere progressie mij wordt gegeven, andere hoogten worden bereikt, in grotere lichten van Begrip, de ondoordringbare vlammen van Sublieme Liefde doordringend; de diepten van het Licht Zelf doordringend?
daar zal mijn geest, in verrukking, de Allerschoonste beschouwen, veel schoner dan alle engelachtige schoonheden bij elkaar;[3] daarin maakt God Zich kenbaar aan de mens;
in God valt de buitenwereld uit elkaar terwijl Zijn verwanten integreren en been van Zijn Gebeente worden, het vlees van Zijn Vlees; de Koninklijke Scepter van Integriteit…
Mijn mirre, Mijn zuster, wees niet bang, want Ik ben met je om Mijn woorden neer te schrijven; Ik zal je altijd helpen en toesnellen om je bij te staan; als mensen je vragen: “wat is de sleutel van kennis?” antwoordt ze dan als volgt: “je kunt het noemen het Licht van kennis en de genade van de Heilige Geest die je Mijn Mysteries en Mijzelf volledig doet begrijpen; de sleutel van kennis is een overstelpende straal van zuiver Licht die degenen verlicht die het gebruiken, om al Mijn uitspraken te verwoorden op de meest volmaakte wijze;” het is zoals je hebt gezegd: ‘om door te dringen in de diepten van het Licht Zelf…’ daarom, jij die geroepen bent om te spreken met Mij in Mijn Koninklijke Hoven, en Mijn Woorden op te schrijven, aan jou de geheimen van verborgen mysteries openbarend, verheug je en wees blij! verheug je, want je bent gevoed aan Mijn Boezem; Ik heb je gevoed met goddelijke genade, een therapeutisch middel dat de wonden geneest van de ziel en geest om Mij te volgen in Mijn voetsporen, op het pad van pijnen, zelfverloochening, van onderwerping aan Mijn Wil, en van onthechting; verblijvend in jou deed Ik je opbloeien, je voedend aan Mijn Boezem vormde Ik je om en maakte je één met Mij; dus houd op met je onzeker te voelen, Ik ben met je;
Mijn engel, uit jouw niets heb Ik een profeet gemaakt; voor degenen die jou of Mijn Boodschappen niet aanvaarden, zeg Ik je, Ik zal op de Oordeelsdag meer barmhartigheid betonen aan Sodom en Gomorrah dan aan degene die jou veroordeelden; als er iemand naar je toe zal komen en de brutaliteit heeft om jou te slaan, zal Ik hem opwachten en onverwachts grijpen; maak je niet druk om kleingeestige mensen, ze zijn bekrompen, maar missen vooral nederigheid;
Ik zal je tot grotere hoogten van kennis en ascetisme brengen, om je te doen vooruitgaan; Ik zal je leiden naar heilige wegen, zodat je zicht hebt op Mijn Glorie; Ik wil je bemoedigen en sterken, en je gestalte omvormen naar de Mijne…parel, uit Mij geboren, oh, wat zal Ik niet voor je doen! Ik zegen je…ic
[1] Ps. 18:11-2
[2] mijn geest
[3] dit moet hier worden opgevat als Licht; dat het Licht van God alle andere lichten in de hemel overstijgt…
|