Ik Zal Doorgaan Water Uit Te Storten Vanuit De Bron Van Leven
17 september 2013
Mijn vrede geef Ik je, bloem; wees Mijn tempel omdat Ik door deze tempel Mijn Kerk zal herbouwen; leef dus voor Mij; erken Mij dagelijks, aarzel nooit om bij Mij te komen en in het bijzonder twijfel nooit aan Mijn Liefde die Ik voor je heb;
bij elk moment van je ademhaling, praat met Mij; sta de boze nooit toe je af te leiden, twijfel nooit aan Mijn voortdurende Liefde; blijf Mijn Kerk versterken door de Herders samen te brengen! al Mijn Herders behagen Mij en verheerlijken Mij wanneer Ik ze samen zie om eenheid te stichten; maar degenen die in hun hart slecht gezind zijn, zijn bitter voor Mij;
Heer, ze prijzen Uw Heilige Naam;
ze hebben Mij inderdaad geprezen en hun lofzangen hebben Mijn Oren bereikt; Vassula, ken je de betekenis van: ‘uit het rotsige klif werd hen water gegeven, en uit harde steen werd hun dorst gelest?’ het betekent dat Ik hun ziel beschermde en nog bescherm ondanks de woestenij die hen omgeeft vanwege de hevige winden van de Afvalligheid; Ik heb hen water gegeven in deze woestenij; Ik heb hen en zal hen dicht bij Mijn Hart houden, weg van het serpent van deze verwoestende woestijn;
Ik zal de dorst van iedereen naar eenheid lessen en hen vullen, zolang als zij zichzelf laten zien dat zij nederig zijn en gewillig om met liefde te buigen; daarom, Vassula, doe alles wat je kunt om een waar leven in Mij te leven; heb vrede met iedereen; werk ijverig voor Mij en geef niet op omwille van kleinigheden, ja! kleinigheden! want de dingen die jij beschouwt als zware vervolgingen zijn kleinigheden voor Mij; verheug je dus en wees blij; de genade die jou gegeven is, verschilt van de gave die ik je gegeven heb, begrijp je, Mijn kind? en onthoud dat God nooit Zijn gaven terugneemt of Zijn keuze herroept…[1]
Ik zegen je inspanningen; Ik zegen je metgezellen die Ik bij je bracht om je te helpen; veel van hun zonden zijn weggenomen; vergeet niet de manier waarop Ik degenen beloon die Mijn wil doen met liefde en offer; een ieder die Mij, hun God, dient, zal daar baat bij hebben… laat Me opnieuw iedereen er aan herinneren: Mijn Lichaam is de Kerk; de ene Kerk; jullie zijn allemaal gedoopt in de Ene Geest die jullie gegeven werd om te drinken; en jullie allen die samenkomen, hoewel van verschillende delen van Mijn Lichaam, jullie maakten allemaal Mijn Lichaam heel daar jullie allemaal tot hetzelfde Lichaam behoren; dat is jullie bekend; echter, Satan trompettert luid zijn godslasteringen en houdt jullie al jaren gescheiden in zijn angst dat alle leden van Mijn Lichaam zich verzoenen en samenkomen, en zich verenigen; hij worstelt om jullie allemaal gescheiden en Mijn Kerk zwak te houden, tot aan het punt van onherstelbare schade;
Ik heb de macht om Mijn Kerk te verenigen en haar te genezen; Ik heb inderdaad de macht om de doden te doen verrijzen; Ik Zelf verrees uit de doden, maar Ik heb jullie wil en instemming nodig om dit te doen; Ik heb jullie medewerking nodig, Ik heb het nodig dat jullie zachter worden en buigen met ware nederigheid en liefde! verlaat de zonde van jullie verdeeldheid…
er zijn sommigen die Mij in het geheel niet kennen; noch de omvang van Mijn Barmhartigheid; tot hen zeg Ik: in jullie starheid en duisternis hoopt de pijn zich op in jullie hart en jullie licht flikkert op in schaduwen; pas op dat het niet volledig uitgaat!
Ik heb ooit gezegd dat het licht van Israel een vuur zal worden en Ik, haar Heilige, een brandende vlam die distels en doornen verteert in één enkele dag [2]; vandaag zeg Ik jullie: Ik bevind me al zo vele jaren in de woestenij vanwege jullie verdeeldheid, daar veel van Mijn Herders gestopt zijn zich om Mijn kudde te bekommeren; ze hebben ze verstrooid; niets is voor Mij verborgen;
velen zijn gestopt met naar Mij te luisteren; ‘spreek, Meester,’ hoorde Ik soms, in het verleden; vandaag zeggen ze: ‘wie is er als mij?’ hun onbeschaamdheden getuigen tegen hen; oh, hoe lijden Mijn ware Herders vanwege hun brutaliteit en hardheid van hart! jullie hebben een halsstarrig hart en een mantel doordrenkt met bloed; jullie schittering heeft jullie verlaten; onbevreesd krenken jullie Mij door Mijn Barmhartigheid te beledigen en al Mijn gaven die gegeven zijn voor jullie zo beklagenswaardige tijden!
sla jullie ogen op om te zien wie Degene is die Zijn gave uitdeelt aan de mensheid; jullie allen die Mijn gaven die gegeven worden door Mijn Barmhartigheid afwijzen, zijn geloofsafvalligen en om deze reden heb Ik besloten neer te dalen en tot jullie allen te komen en jullie steden te zalven door degenen die Ik zalfde, om Mijn Woord door te geven zoals in het verleden, zodat als dauw Mijn Woord jullie nogmaals zal verfrissen en redding nog eens mag ontstaan; Mijn Liefde zal een brandend vuur worden dat doornen en distels op Mijn weg verslindt;
Ik zal doorgaan water uit te storten vanuit de Bron van Leven op deze dorstige grond; Ik zal doorgaan Mijn Boodschap van Waar Leven in God uit te breiden, daar Mijn Geest van Genade op jou gerust heeft, kleine strijder; herinner je je hoe Ik je vanaf het begin heb voorzegd dat Mijn Boodschappen zich zullen verspreiden en vermenigvuldigen als een woud van ceders? Ik zal doorgaan met Mijn Glorie ten toon te spreiden, Ik zal doorgaan jou en allen die je helpen te ondersteunen met Mijn Zegeningen; Ik zal hen ook op Mijn ‘Vleugels’ dragen, zij zullen ook Mijn Zoetheid smaken;
herinner iedereen eraan dat ze in eenheid met elkaar moeten zijn zodat jullie in eenheid met Mij mogen zijn; laat jullie hunkering alleen zijn naar Mijn Eigen Huis; leef in Mij en bid zonder ophouden; dit is het wat je hen moet zeggen namens Mij; leer dochter, ondanks dat je je voelt alsof je achtergelaten werd op een troosteloos eiland, wees niet bang; Mijn Aanwezigheid schijnt voortdurend op jou; Ik de Heer was en ben altijd dicht bij je; De Liefde bemint je! ic
[1] Rom. 11:29
[2] Jes. 10,17
|