Wees Niet Als De Cyreneër - Eenheid
17 juni 1987
(Dhaka)
U maakt mij bewust van mijn ellendigheid en dat U bij mij bent gekomen ondanks mijn slechtheid en van het feit dat ik absoluut geen verdiensten heb voor die geschonken genaden. In vergelijking met de heiligen is dat duidelijk. Begrijpt U dan waarom die ‘golf van twijfel’ komt? Juist om die reden, vanwege mijn onwaardigheid. Weet U nog hoe U mij alles hebt geleerd, vanaf de eerste krabbel, en weet U nog hoe ik U in het begin afwees, terwijl ik wist dat U het was? Ziet U wat ik bedoel? Als ik die ‘golf van twijfel’ heb, om bovengenoemde redenen, weet ik dat ik U beledig en pijn doe. Zoals U eens hebt gezegd: "je doet Mij pijn als je vergeet wie je uit de duisternis heeft gered". Aan de andere kant duizelt het mij bijna als ik probeer te begrijpen waarom U bij een ziel komt zoals ik, en een zo belangrijke opdracht geeft aan iemand die vanaf de eerste regel aan de Heilige Schrift moest beginnen, een 150% zondares!
Hoe verder Uw leiding gaat des te meer wonderen gebeuren er. Volslagen atheïsten zijn bekeerd, maar U zegende het Werk Heer, dus zou ik me niet verbaasd moeten voelen. De een na de andere ongelovige komt bij U terug als ze de Boodschappen lezen. Mensen die tegen mij zeiden: “Je zult mij NOOIT een enkele bladzijde hiervan kunnen laten lezen, ik geloof alleen in tastbare dingen, geld, zaken …", deze woorden klinken nog na in mijn oren; en zie nu eens hoe die man, vuriger dan zijn vrouw (die hem eerst, zonder succes, probeerde te overtuigen), alle uitgaven van Waar Leven in God wil hebben en zegt dat Die hem geweldige vrede geven. Ik heb nooit met hem gesproken, want ik ben niet goed in ‘woorden’. Het gebeurde gewoon: Jezus natuurlijk, U bent geweldig!
Ik ben, Jezus, de beminde Zoon van God; Ik heb je al deze boeken gezonden opdat je kunt geloven in Mijn Bovennatuurlijke Werken; Ik heb je met Mijn Brood gevoed; twijfel nooit aan Mijn Werken; Ik wil dat je de bijzonderheden van al Mijn genaden leert kennen, wees dus bedacht op alle nieuwe openbaringen; ze zullen allemaal van Mij komen;
(Het Kruis leek mij weer te verpletteren. ‘Het Kruis’ is de Boodschap van God.)
Jezus?
Ik ben, til! til óp! val niet, Ik ben bij je om je te helpen; neem Mijn Kruis op, wees niet als de Cyreneër; wees bereidwillig; kom, beminde, de weg kan moeilijk zijn, maar Ik ben altijd bij je en deel Mijn Kruis met jou; Vassula, kijk naar Mij!
(Ik keek naar Hem. Daar stond Hij, en hield Zich vast aan de hoek van de muur, deerniswekkend. Hij droeg Zijn Doornenkroon en een kleed dat doordrenkt was van Bloed (half naakt). Hij was bedekt met Zweet en Bloed, meer Bloed dan Vlees … vlak na de geseling.)
verdien Ik dit?
NEE! mijn God!
eer Mij dochter;
Wie heeft U dit aangedaan, Heer?
wie? zielen, Vassula, zij zijn het; een replica van Sodom, replica betekent kopie;
(Later:)
dochter, Ik verlang eenheid in Mijn Kerk! eenheid!!
(Jezus sprak deze woorden zeer indringend en luid.)
|