Odes Van De Heilige Drie-Eenheid (de Vader)
3 februari 2003
Vassula, verkondig al Mijn wonderen aan elke natie; onschuld en rechtschapenheid zullen Mij met open armen ontvangen en zullen profiteren van Mijn wonderen; Ik moet Mijn volk opnieuw opvoeden om te leren eer te brengen aan de Vader, aan Mij en aan de Heilige Geest; om eer te brengen aan Onze Glorie en Macht, eer te brengen aan Onze Barmhartigheid en Goedheid, eer te brengen aan Onze wonderen en Onze tekenen; daarom zal Ik hen opnieuw moeten opvoeden om hen te leren hoe zij Mijn Heilig Gelaat moeten zoeken en herkennen; als jullie fundamenten ineenstorten, moet Ik dan niet tussenbeide komen? heb je niet gelezen dat Ik nooit ben opgehouden te werken?[1] maar om te geloven dat Ik ben opgehouden Mijn schepping te verrijken met overvloedige gaven zoals in oude tijden, is de meest schadelijke van alle ketterijen! elk werk dat Ik doe is vol van glorie en majesteit; Mijn Werken zijn subliem en zij die er zich in verheugen hebben gelijk als ze hun ogen erop richten; Mijn koerier, maak op verzoek van je Koning haast met het schrijven van deze Ode en geef haar de naam:
“Oden van de Heilige Drie-Eenheid”
en maak haar dan bekend in elke stad, elke provincie en eer Ons; de Vader zal je nu toespreken …
(Dat was Jezus Christus.)
(De Vader:)
schepping, schrei niet, rouw niet, maar verheug je en wees blij! hef geen treurzangen meer aan als je Schepper voor je zingt! maar open in plaats daarvan je hart zodat Mijn Glorie en Mijn Licht je majesteitelijk tooien; sluit ook je oren niet voor je Koning die je deze overvloed uit de hemel brengt; Degene die jullie hebben geclassificeerd als ontoegankelijk, onzichtbaar of als: verborgen wezen, staat jullie nu bij! verheug je in deze tijd van Barmhartigheid en wees blij! O zo zeer bemind Geslacht! waarom heb je toegelaten dat verwoesting en ondergang je omvat en aantast tot een dergelijke graad? zeg Mij, welk profijt heb Ik uit je handen ontvangen? als Mijn mensen kreunen en jammeren onder het gewicht van de verdrukking, of het uitschreeuwen onder de tirannie van hun vijanden, denkt niemand er aan te vragen, “waar is God, die blije Oden luid doet weerklinken?” niemand erkent dat ze hun handen hebben bezoedeld met goddeloosheid; je veroordeelt je eigen leven, schepping! Mijn Ode nu is er om jullie tot berouw te brengen en om Mij te erkennen; hoewel je vlees en been en aardse substantie bent, heb Ik je begiftigd met Mijn Geest en je geschapen naar Mijn Beeld;
velen van jullie vragen vandaag met ongeloof: “hoe kan dit verborgen wezen boven elk wezen, absoluut onvoorstelbaar, dat God is, Zichzelf openbaren op deze meest mystieke wijze in onze moderne tijd en Zichzelf uitdrukken in zulke directe termen door een van ons die ook stof en as is?” daar jullie Mij niet te boven kunnen gaan, heb Ik in Mijn transcendente licht en kennis, Mijn Oden tot deze generatie willen richten die een wanhopige behoefte heeft aan reddende hulp, door Mijzelf op deze wijze aan jullie te openbaren …
Ik ben aldus vrij voor jullie te zingen en jullie te herinneren aan jullie ware fundamenten; Ik zing voor jullie om jullie te sterken en te troosten, om gebroken harten te verbinden en wonderen te verrichten in jullie hart; Mijn Ode zal zo zoet zijn als honing voor alle monden, en als muziek op een wijnfeest; aangezien Ik de Schepper ben van alles en de oorzaak van alle wezens, ben Ik overal en niemand kan over Mij zeggen: “God drukt Zich niet op deze wijze uit;” hoe kun je deze woorden zeggen als je in duisternis bent? spring in plaats daarvan nu op van vreugde en tuur door je duisternis, want wie is als Ik? Vader, Ik Ben; Liturgische Hymne van je ziel, Ik Ben; Lumineuze Godheid, Ik Ben;
de Schrift zegt: “zalig zijn de zuiveren van hart, zij zullen God zien;” vandaag, Vassula, ziet iedereen zo ver als hij kan zien, maar Ik zeg jullie allen, ook jullie zouden kunnen worden geteld tot Mijn heiligen die in staat zijn Mij te zien als jullie Mijn Heilige Geest zouden toestaan door jullie heen te gaan om al jullie onzuiverheden te verbrijzelen, en als eenmaal zuiverheid is verkregen, zal jullie het zien van Mij worden gegeven;
ach, generatie, vanaf het eerste begin hebben Wij je geschapen naar het beeld van Onze Eigen Natuur, zeggend: “laten We de mens maken naar Ons eigen Beeld, naar Onze Gelijkenis;” maar zoals je weet, de duivel, in zijn afgunst en zijn haat tegen Mij en tegen jou, heeft jullie allen ertoe gebracht de Dood onder ogen te zien; de Winter is niettemin voorbij en de Lente Zelf kwam naar de aarde en verloste je om je opnieuw te bekleden met Zijn Glorierijke en Goddelijke Schoonheid; wat heb je dan te vrezen?
- nu, kom jullie allen die naar Mij verlangen en verdring je om Mij heen; kom en luister naar deze Ode die uit de reservoirs van de Hemel komt …
gezegend is degene die Mij omhelst, Ik zal hem sterken in onze vereniging … vandaag, stap Ik uit de hoogste hemel, om jullie te roepen en één met Mij te worden; Ik geef Mijzelf aan jullie opdat jullie Mijn grootheid en Mijn Godheid ontdekken; het is de mystieke vereniging tussen de Schepper en Zijn schepsel; de Bruidegom, die ook jullie Koning is, nodigt jullie uit Hem te huwen; precies zoals een bruidegom, die uit zijn gouden paviljoen stapt, schijnend als een zon met bevalligheid, glinsterend in zijn licht, stap Ik uit de hemel om jullie uit te nodigen in de Gouden Kamer van Mijn Hart, die Mijn Boezem en Liefde is;
jij, die nooit de diepten van Mijn Goddelijke Liefde hebt begrepen, noch dat Mijn Hart je bruidsbed is, kom en leer Mijn taal … Ik nodig je delicate ziel uit om Mijn zoetheid te genieten; Mijn verlangen, en Ik zou willen toevoegen, Mijn dorst, is je te redden en je te verheffen om op te stijgen naar de hemel waar je thuishoort;
kom tot Mij, Mijn eigendom, in de Gouden Kamer van Mijn Boezem en Ik zal je ziel het zicht van Mijn Heilig Gelaat schenken; beminde, Mij te hebben gehoord betekent te zijn herboren; Mij te hebben gezien betekent te zijn; welk beter aanbod bestaat er dan dat iemand je eeuwige zaligheid aanbiedt in een leven met Mij? en voor alle eeuwigheid? in de Afgrond van Mijn Barmhartigheid kan Ik elke smet van je afwassen en je zuiveren van al je zonden, om Mijn erfenis te verkrijgen …
om passend getooid en geurig te zijn en waardig te zijn om binnen te gaan in de Bruidskamer van de Godheid en Hem te huwen moet Ik je omvormen om als een morgenster te zijn, als de volle maan, als de regenboog die tegen lichtende wolken schittert; wanneer Mijn Heilige Geest het luisterrijke Gewaad op je legt, zul je zijn als een bundel mirre, als rozen in de lente; wanneer je gekleed zult zijn met Christus Zelf, je bruiloftskleed, zul je gekleed zijn in glorierijke volmaaktheid, klaar om op te gaan naar het heilig altaar[2] om je Bruidegom te ontmoeten, waar de Goddelijke Genade je heen zal leiden … Ik zal je dan, Mijn eigendom, de aanblik van Mijn Goddelijk Gelaat verlenen; hoewel je nog op aarde zult zijn, zal je in Mij zijn, en na een visioen te hebben gegeven van Mijzelf, zal je hart opstijgen in de hemel in het Goddelijk Licht, op vleugels van de Goddelijke Liefde en Religie, beseffend dat Degene die voor je staat, in Zijn onuitsprekelijke glorierijke Schoonheid, niemand anders is dan je Schepper en Bruidegom; en jij, in verwondering en in je verrukking, zal tot Mij uitroepen:
“wat een Soevereiniteit! wat een ontzagwekkende Majesteit is dit dat mijn hart ervaart? Mysterie van heel de schepping, O Ruiter van de wolken, Beeld van Wonder, geheel mooi, zelfs de maan ontbreekt het aan helderheid in vergelijking met Uw Heerlijkheid, mijn Heer; en de sterren lijken vuil bij Uw luisterrijke gestalte; ongeëvenaard en zonder weerga, bedekt met saffieren, Uw Heerlijkheid gaat elke vergelijking te boven; zoet is de melodie van Uw Stem; onder Uw Tong, melk en honing; diep in Uw Ogen, twee verblindende stralen van licht; maar hoe word ik geacht binnen te gaan in Uw Koninklijke Kamer, O Soevereiniteit? hoe word ik geacht zo begunstigd te zijn zo gezegend te zijn om spoedig verenigd te zijn en één met de Almachtige God? mijn ziel is nu verzadigd van vreugde; hier bent U, op Uw gouden baldakijn die Uw Koninklijke Troon bedekt en mij uitnodigt, de onwaardige, en U roept mij tot Uzelf in Uw voorname stijl, en ik, bevend en bedeesd, totaal verslagen en gewond door Uw Goddelijke Blik op mij, verlies alle herinnering aan de wereld, tegenover deze wonderbaarlijke aanblik die U mij in Uw uitbundige Liefde schenkt; in Uw minzaamheid hebt U voor mij een vurig pad uitgelegd dat mijn voeten naar U leidt; met het meest brandende verlangen nu, om te zijn verenigd met mijn Beminde, zal ik hartstochtelijk als een duif in Uw Omhelzing vliegen en smelten, verdwijnend in Uw schitterend Licht en zelf licht wordend;”
dan zal je Koning, overstromend van Liefde, naar voren leunen naar Zijn bruid en haar hoofd teder vasthouden en laten rusten op Zijn Boezem, en met een melodieuze Stem deze woorden tot je zeggen: “nu houd Ik je stevig vast;” terwijl een straal van schitterend licht uit Mijn Mond zou stromen en je bedekken …
“Ik geef Mijzelf aan jou om Mij te bezitten en Mij te ontdekken binnen in je hart, Mijn eigendom; ontdek Mij in Mijn transcendente Licht en je zult schijnen op elk van je ledematen zoals Mozes’ gelaat scheen toen hij Mij van aangezicht tot aangezicht zag; kom naar voren en Ik zal schijnen op elk van je ledematen;”
ach, gezegend is degene die Mij omhelst, want hij zal zijn als vuur en wierook in het wierookvat, als een vat van bladgoud, bedekt met elke soort kostbare steen bij de schittering van Mijn Majesteit; dit is hét moment dat Ik heb voorbereid voor jullie allen vanaf het begin van jullie schepping:
het Bruidsvertrek waarheen Ik elke ziel leid om deel te hebben aan Mijn Mystieke Huwelijk ...
deze glorierijke openbaring uit de hemel is aan jullie onthuld om jullie te heiligen en van jullie heiligen te maken bij het zien van de grootsheid van jullie Drie-ene God; moge jullie ziel zich verheugen in de barmhartigheid van de Heer;
en nu zeg Ik, Mijn bruid: “beminde, wees niet bang, je zult niet sterven zelfs al hebben de stralen van Mijn Blik op jou je gewond en voel je je verzwakt, want Ik, die Leven ben, houd je nu stevig vast en zal je niet laten gaan; begrijp je? de winter is voorbij, de regens zijn voorbij en weg, de bloemen verschijnen op aarde, het seizoen van de bruidsceremoniën is gekomen; wist je niet dat je van koninklijke afkomst bent en dat je Koning op je heeft gewacht?
“bekoord door Mijn bruid, kijk Ik naar het geschenk van Mijn Handen; Ik kijk naar Mijzelf in jouw binnenste, en wat Ik zie verheugt Mij; Ik kijk nogmaals naar wat nu Mijn Bezit is, Mijn Wijngaard, Mijn Tuin; Ik kijk naar Mijn eigen zaad, het gebeente van Mijn Gebeente, het vlees van Mijn Vlees, en hoewel Ik kijk naar de wond die Mijn grote Liefde jou heeft toegebracht die je deed opstijgen in de hoogste hemel, verheug Ik Mij over de bloem,[3] het permanente merkteken dat Mijn Liefde op jou heeft achtergelaten … deze wond is het merkteken van het beloofde land, van de ontdekking van de parel, dit is het teken van Mijn uitbundige Liefde, het teken van jouw verrijzenis, het teken van het lege graf;
“wat je ogen nu vóór zich zien, is Deugd op Zijn Troon; beminde en geurige olie van Mijn Hart, Mijn bekoorlijke vriendschap zal je ziel zoeten en troosten; tenslotte gehuwd! kom nu in Mijn Omhelzing en denk na over Mijn Licht, Mijn Hart, Mijn Rijkdom, en Mijn Barmhartigheid die je ziel verrijken en haar opvrolijken, groter wordend dan alle koningen en hun koninkrijken; je enige ambitie vanaf nu zou moeten zijn voor anderen te pleiten in Mijn Tegenwoordigheid, en smeekbeden te doen vanwege hun zonden; verenigd met Mij, zul je vervuld zijn van de geest van begrip en woorden van wijsheid over deze generatie uitstorten;
“dan, nog rustend in Mijn Omhelzing, bij het ochtendgloren, zul je met heel je hart je toevlucht nemen tot Degene die je heeft geschapen; je zult dank zeggen aan Degene die je heeft geparfumeerd met mirre; dichtbij Mij en in Mijn Omhelzing zul je groeien in rechtschapen bedoeling en lering; je zult al Mijn verborgen mysteries overwegen en de engelachtige Deugd van sereniteit; dan zal Ik je zo nu en dan uitzenden in de wereld om de instructies die je hebt ontvangen weer te geven; nu je in Mijn Hart gevormd bent zul je een nieuwe geest verkrijgen; Mijn Wil zal jou bekend worden en je zou weten wat goed is, want Ik zal je gids zijn; Ik en jij zullen partners zijn; ga dus partnerschap met Mij aan om samen te gaan naar de ondergrondse regionen, naar hen die in de afgrond neerdalen, en ze te bevrijden zodat zij op hun beurt Mij, hun God, gaan kennen; begrijp je?
“Ik zal Mijn duif leren opstijgen in de hemelen en de naties parfumeren, en nog druipend van balsem en mirre, van Mijn Omhelzing, zullen je lippen de Oden van de Goddelijke zingen voor jouw eigen burgers ongeacht kleur of ras; je lippen, vochtig van genade, zullen de melodie van rechtschapenheid en religie zingen, en overeenkomstig de Goddelijke Wet van Liefde en Verlossing, tegelijkertijd de burgers bedekken met balsem en mirre; je zult hen voorzien van de reserves van de hemel;”
schepping, Ik heb je geschapen om je hart te vullen met Mijn zoetheid en Mijn Goddelijke Liefde; Ik heb je hart gezalfd door in je te ademen en dat op zo een manier dat het in staat zou zijn de sublieme Liefde en Zoetheid van Mijzelf te bevatten en te bewaren; want Mijn Liefde is beter dan het leven zelf; Ik onthoud nooit aan enig hart die vreugde van Mijzelf, want door Mij in je hart te hebben gesloten zonder enige weerstand van jouw kant, worden de geestelijke vertroostingen zo in je verankerd dat je hart alleen des te meer zal profiteren van Mijn zoetheid, van Mijn Liefde en van Mijn Godheid, en je zo met koorden van liefde leiden op het kinderlijke pad om met Mij, je Koning, te regeren; met Mij regeren zal de schoonheid van Mijn Glorie op je aanbrengen, terwijl de engelen en het hele hemelse Hof de mantel van Mijn Rechtschapenheid om je heen zullen wikkelen en je opheffen als een met wierook gevuld wierookvat om de aarde te parfumeren;
maar als Ik een lauw hart aantref, welke Liefde en zoetheid het ook heeft bevat bij zijn geboorte, dit hart zal nooit in staat zijn te profiteren van Mijn Tegenwoordigheid; het zou zijn als een ingestort waterreservoir dat voortdurend zijn inhoud laat wegsijpelen, hem nooit vasthoudt, en hoe dikwijls men het ook vult, het zal altijd drooglopen en leeg blijven … een dergelijk hart is tenslotte beroofd van die vreugde die Mijn heiligen kennen, door gebrek aan geloof en door de voorkeur te geven aan aardse genoegens en luxe dingen, boven Mijn geestelijke overvloed, deze harten verliezen Mij geleidelijk nadat zij vervuld zijn geweest van Mijn Tegenwoordigheid, net als de vloeistof die zou wegsijpelen uit de barsten van het reservoir; en Satan, die geen weerstand ziet, omhult ze dan met zijn duisternis;
daarom, jullie die nog nooit Mijn zoetheid hebben gesmaakt maar eeuwig in bittere gal hebben gelegen, sta nu op en kom naar voren want er is slechts één heerlijkheid, één genoegen, één onuitsprekelijk moment van vreugde dat eeuwig kan worden, één verrukking van de ziel, en dat is: Mij te zien en Mij te smaken, je God;
ja, Vassula, je ziel raakte onlangs in vervoering, toen Ik je minzaam verscheen terwijl jij in contemplatie was over Mij; de grond onder je voeten leek te wankelen toen Mijn Blik op je viel, je was als verlamd; Mijn verschijnen heeft je een nieuwe geest en een nieuw leven gegeven; Mijn zoete conversatie met jou heeft je gehuwd; Mijn geur op jou heeft je gezalfd om deel te hebben aan de processie van Mijn Engelen en Heiligen rond Mijn Tegenwoordigheid en met hen een hymne van dank te zingen en al Mijn wonderen en voortekenen te verkondigen, Mijn hemelse Hoven beminnend, de plaats waar Mijn Glorie haar thuis maakt;
Hij die eens zei: “laat er licht in je zijn,” Mijn vriend, Degene die alle dingen vult zonder te worden ingesloten door hun grenzen, nodigt je uit alles te ontvluchten wat slecht is; vandaag, biedt je Koning, je Schepper en je Bruidegom je een groot feestmaal aan; met vrijgevigheid en kwistig heb Ik door een koninklijk bevel autoriteit gegeven aan al Mijn Engelen om van Noord naar Zuid te gaan en van Oost naar West om jullie allen te verzamelen, verkondigend dat de Drie–ene God van plan is om op een onuitsprekelijke wijze Zijn schepping van gedaante te veranderen; deze Engelen zijn de Bewakers van de Drempel van Mijn Koninkrijk;
dit zullen de dagen zijn waarop je ziel voorbereid moet zijn en getooid voor de Bruidegom; Ik toon Mijn Rijkdommen en de pracht van Mijn Koninkrijk en de Glorie van Mijn Majesteit die jullie toebehoren, om je daarin te verheugen; Ik daal neer op de aarde, zoals Ik heb gezegd, als een Bruidegom in deze dagen van duisternis en donkerte, van kwelling en droefheid, verdrukking en grote beroering, waar demonen zijn losgelaten om in alle richtingen te gaan, en niet alleen de slechten en de onzuiveren van hart te misleiden maar ook de besten; O gezegende vernieuwing! O gezegende omvorming! vandaag gevangenen, maar morgen vrij ...
voorwaar Ik zeg je, dat ook jij je zult aansluiten bij de processie rond het altaar, samen met Mijn Engelen en Heiligen als je open staat voor Mijn Wil, en toestaat op deze wijze te worden geleid in de Vorstelijke Kamer van de Koning met de Engelen en Heiligen in je gevolg, deze Bewakers van de Drempel van Mijn Koninkrijk zullen dan eenstemmig uitroepen: “poort, verhef je boog, verhef je, jij glorierijke deur, laat de bruid binnen! de Koning van de Heerlijkheid, de Heerser van de naties die voor eeuwig regeert, haar Beminde, wacht op Zijn Bruid;”
als je dan over de Drempel van de Koning bent gestapt, zul je staan in de tegenwoordigheid van de Koning van de Heerlijkheid, het Bolwerk van je leven, de mooiste; Trouw en Adel zijn Zijn insigne; je Bruidegom gezeten op Zijn Koninklijke Troon, met een gouden Scepter schitterend in Zijn Hand, gekleed in heel Zijn gewaad van Glorie dat bedekt is met goud en saffieren, een ontzagwekkende aanblik, zal Zijn Gelaat opheffen bij de klank van je stap, en zal brandend met majesteit zeggen:
“kom tot Mij, en ontvang Mij zoals Ik jou zal ontvangen; Ik zal je mooi maken in Mijn Omhelzing, met grootheid en pracht; je zult worden getooid met vertrouwelijke kennis van Mijzelf en eer van je God die je ziel sieren en haar vervolmaken; nu neem je deel aan ons geestelijk huwelijk, in deze Goddelijke Vereniging waarin je onuitsprekelijke zegeningen zult verkrijgen die alle gelukzaligheid overtreffen;”
als je open zult zijn voor Mijn Wil, zal dit gebeuren; generatie, Ik zet Mijn Liefde voor je ogen en hoewel Mijn Liefde het menselijk begrip te boven gaat, kom, wees nu even stil en denk na en weet dat Ik God ben, maar ook Vader; Ik spreek niet in starre formuleringen, dit is niet de manier waarop Ik Heiligen en Martelaren maak; Mijn zoete conversatie met jou is deugd en religie; Ik richt Mijn Oden niet tot jou met een zwaard aan Mijn zijde; Mijn Goddelijke Mysteries zijn beminnelijk en worden je geopenbaard met olie van blijdschap; hoewel Ik je armzaligheid heb gezien en de ellende van je ziel heb gekend, heb Ik Mijn Gelaat niet van je afgewend, maar denk Ik liever aan jou met Liefde; goedheid en vriendelijkheid zijn de paden die Ik voor jou heb gekozen want Mijn paden zijn Liefde en Waarheid; omwille van Mijn Heilige Naam, heb Ik je ziel weer tot leven gebracht, dochter, en je schuld vergeven; Ik heb aan je zijde Deugd en Rechtschapenheid geplaatst om je opgewekte Metgezellen te zijn; om Mij te verblijden, beminde, en in Mijn Tegenwoordigheid met Mij te wandelen in het land van de levenden, heb Ik je aangeboden Wijsheid te verwerven en je lichaam bereidwillig getooid met Mijn transcendente Licht;
er staat geschreven: “gelukkig de mens die U hebt uitverkoren en uitnodigt om te leven in Uw Hoven;”[4] inderdaad, want degene die is uitgenodigd is niet langer alleen; zij die alleen waren zijn nu in Mij en gezegend; zij hebben de wereld verzaakt, hun vrienden en hun familie, zich losgemaakt voor Mijn Glorie; (het geeft Mij meer glorie en Ik ontvang meer eer als de losmaking komt van mensen die in de wereld leven met zoveel verleidingen rond hen heen, maar door hun eigen vrije wil al dit kwaad de rug toekeren en bereidwillig hun wil offeren aan Mij);[5]
- Ik beveilig in Mijn Goddelijk Licht al diegenen die in Mij zijn; -
kom en luister naar Mijn Oden, jullie allen die Mij vrezen; hebben jullie ooit weleens gehoord dat Ik ben vergeten Barmhartigheid te tonen, of dat Mijn woede Mijn Tederheid heeft overtroffen? alles wat Ik doe is gedaan in trouw en gerechtigheid;
onder de ogen van je vijanden heb Ik je in Mijn Omhelzing gesloten, Vassula, schande voor je aanvallers, schande voor hen die hun hart vullen met giftige razernij, en je benijden omdat Mijn Ogen op jou rustten en licht in je brachten; dat Ik je in Mijn Voetstappen trek heeft hen razend gemaakt, dat Ik Mijn verliefde Oden in je oor fluister was voor hen reden om je aan te vallen; maar Ik heb je als een gazelle gemaakt, springend op de bergen en vrij; Ik heb je hart als een lelie gemaakt, vrij van zorgen; Ik verleende je zegeningen en tilde je op uit het stof, en bood je een eeuwigdurende plaats aan in de Gouden Kamer van Mijn Hart; zij zullen op zekere dag uit hun eigen bittere beker moeten drinken, gevuld met vergif;
dus laat Mijn Woorden je nu troosten, laat ze als een balsem op je zijn; neig nu je oor en ontvang Mijn lied: de Koninklijke Waardigheid had Zijn Ogen op je gericht voordat je werd geboren[6] om aan jou en door jou Mijn Glorie en de weg naar Mijn Koninkrijk te tonen, een wonderlijke weg! en sindsdien werd Ik je sterrenlicht in de nacht van je ziel en de zonneschijn op de dag … Mijn almachtige Hand ontbrak het niet aan middelen om Mijn gaven aan je uit te delen, en toch wezen jouw mensen[7] Mijn gaven af en hebben Mij getaxeerd;
Ik regeer met grote mildheid om te verlichten, om te onderrichten, en in grote overvloed giet Ik gezalfde olie uit op het hoofd van hen die Ik kies en breng ze tot het uiten van profetische orakels, mysteries die verborgen zijn voor de geleerden en de wijzen; te wensen de ziel te vernietigen en te martelen die Ik bemin en die Ik heb begunstigd en die Ik heb gevuld met mysterieuze uitspraken, nobele gezangen en koninklijke oden, Ik zeg jullie die kwaad beramen: jullie eigen boosaardigheid zal je straffen; en Ik zal deze onderdrukkers herinneren aan hun schandelijke zonden op de Oordeelsdag;
Ik ben de Heerser van je geest en niemand zal ooit in staat zijn je te schokken; Onze zoete conversatie met jou zal doorgaan en grote bronnen doen opwellen in je hart, en samen, Mijn beminde, zullen we Mijn zoete geur rond de wereld verspreiden, en natie na natie parfumeren; dan kan men zeggen: “de winter is voorbij, de regens zijn opgehouden, de bloemen verschijnen op aarde;” begrijp je? dit is de reden waarom Ik je in Mijn Hart heb gesloten waarin je troostende liefkozingen van Mij kunt ontvangen, maar wacht en zie hoe veel meer je getroost zult worden in de hemel in Mijn Koninkrijk voor alle agressie tegenover jou! alles wordt gemeten … in de Koninklijke Kamer van Mijn Hart zal Mijn nardusolie doorgaan zijn parfum af te geven op je hart en de bittere lucht die je had ingeademd van je aanklagers zal snel verdampen en je kalmte en vrede van geest geven; zo getroost door de aromatische geuren zul je nooit Mijn Koninklijk Hart verlaten, nooit … meer dan ooit zul jij jezelf aan Mij hechten, aan de ware God;
- vertel Mij nu, waar zul je vanmiddag rusten?
Ik zal rusten in de Gouden Kamer van Uw Hart;
vertel Mij, laat Mij weten Mijn beminde, waar zul je vanavond rusten?
Ik zal rusten in de Gouden Kamer van Uw Koninklijk Hart …
en waar zul je de rest van je leven rusten?
Ik zal mijn rust nemen in de Gouden Kamer van Uw Koninklijk Hart,
ik zal, Heer, Vader, Bruidegom en Minnaar van de mensheid, mijn wortels leggen in Uw Hart; ik zal de sporen van Uw Koninklijk Hart volgen, waar men zichzelf vergeet in het beschouwen van U…
Heer! Uw Liefde is een Liturgie voor de mensheid; Soevereine Heerser, in Uw Barmhartigheid vond U dat ik mij moest hullen in Uw stralend Licht, dat niet alleen de duisternis oplost, maar ook de onvolmaaktheid;
Almachtige God, U die het universum in de palm van Uw Hand houdt, ik ben niet alleen verbaasd, maar totaal verslagen wanneer U Zichzelf aanpast, zonder enige ongerijmdheid, aan mij en aan mensen zoals ik! In plaats van mij te verwerpen, bedekt U mijn ziel in Uw Liefhebbende Beminnelijkheid met bruidsgeschenken, gedistilleerd uit de reserves van de Hemel;
dan, in Uw uitbundige Liefde, voegt U Zich bij mij in een geestelijk Goddelijk huwelijk, en ervaar ik de smaak van Uw kussen die de geur van mirre en wierookhars en elke aromatische geur overtreft; mijn ziel, alzo in Uw Omhelzing, zegt tot iedereen:
“ook jij kunt dezelfde genaden en onverdiende gaven verwerven, als je besluit een leven in God te leven; ook zittend op Zijn Schoot, gehecht aan Zijn Koninklijk Hart, je vasthoudend aan Zijn geurige Gewaden, terwijl je je verheugt in Zijn omhelzing, in diepe meditatie en verloren in contemplatie over Zijn onuitsprekelijke Schoonheid … je ziel zal verzadigd worden in Zijn Gelukzaligheid, die elk licht, elke zoetheid en elke glorie te boven gaat;”
in Zijn gunst, werd mij ijverig toegestaan het Alfabet van het Goddelijke te leren …
want dit is Mijn zoete Leer, Mijn Dialoog; de Leer en de Dialoog die aan heel de mensheid zou moeten worden geleerd; Ik wens jullie allen te herinneren aan Mijn Taal en wens jullie opnieuw op te voeden; zoals deze Oden het menselijk hart zouden moeten leren, want de Wijsheid en de heilige bedoeling van de Waarheid liggen in Mijn Koninklijk Hart;
(Deze lange boodschap werd in meerdere dagen geschreven.)
[1] Joh. 5:17.
[2] Kan ook worden begrepen als het “bruidsvertrek”.
[3] Bloem staat in deze tekst voor wond.
[4] Psalm 65:5.
[5] Dit deel tussen haakjes werd tegen mij gezegd als iemand die iets aan zijn vriend wil toevertrouwen, alsof iemand zegt: “tussen haakjes …”
[6] Jer. 1:5.
[7] Sommige personen uit de Orthodoxe hiërarchie.
|