Een Gebed Voor Eenheid
8 april 1991
Mijn Heer?
Ik Ben; kleintje, vrede zij met je, bemin Mij en houd je aan Mij vast, want je hebt niet het laatste van Mij[1] gezien;
Ik ben blij en opgelucht!
Ik zal niet toestaan dat je sterkte afbrokkelt, Ik zal je Mijn Voedsel geven zoals Ik altijd gedaan heb; bloem, Mijn Boodschap is deze keer een gebed voor alle naties, een gebed om eenheid, kom, schrijf:
“Geprezen zij de Heer, voor het Hemelse Voedsel[2] dat U ons geeft, en dit is om de Schriften te vervullen en Uw Werk te voltooien, U hebt Uw Kennis geschonken aan eenvoudige kinderen en niet aan de geleerden, want dit is wat U behaagt, Heer;
“Geprezen zij de Heer, omdat Hij open wegen heeft gelegd opdat Uw volk daarop wandelt en tot U komt en Uw Huis vult, want ofschoon U Uw Zoon in de wereld hebt gezonden en de wereld duidelijk het Licht zag, hebben niet allen het Licht aanvaard, maar zich in plaats daarvan naar de duisternis gewend, vervallend tot geloofsafval; de wereld heeft het geloof verzaakt, omdat ze de Waarheid hebben afgewezen en de voorkeur gaven aan te leven onder een Leugen;
“ja, Heer, U bemint de wereld zozeer dat U ons vandaag, ondanks onze slechtheid, zonder voorbehoud Uw Heilige Geest zendt om ons nieuw leven in te blazen en de wereld te doen herleven, elk schepsel vernieuwend, zodat iedereen Uw Heerlijkheid ziet en gelooft en zich dus bekeert;
“Geprezen zij de Heer, voor het openen van de deuren van de Hemel om uit Uw Reserves dit Verborgen Manna uit te storten, dat gereserveerd was voor onze Tijden; nee, het was niet Mozes die brood uit de Hemel gaf, het was U, Vader, die voedde met het Ware Brood, en zoals Uw Zoon, Jezus Christus, het Brood des Levens is, zo voedt ons ook de Heilige Geest, want alle Brood dat uit de Hemel neerdaalt is Leven;
het staat geschreven in de Schriften: ze zullen allen door God[3] worden onderricht, en vlees en gebeente kunnen de Waarheid niet openbaren tenzij de Waarheid wordt gegeven alleen door Degene die de Waarheid vestigde en in onze harten prentte;
Vader, moge Uw Naam steeds weer geprezen en verheerlijkt worden; laat de wereld van Duisternis overgaan naar Licht, van Leugen naar de volledige Waarheid, van Lethargie naar IJver;
Vader, Schepper van Hemel en Aarde, het uur is gekomen om ons de Nieuwe Hemel en de Nieuwe Aarde te laten zien waar Uw Heilige Geest Zijn Woning in ons zal maken; Allertederste Vader, zoals U Uw Zoon verheerlijkt hebt en Uw Zoon U heeft verheerlijkt, laat Uw Heilige Geest van Waarheid opnieuw Uw Zoon verheerlijken;
in korte tijd, Vader, zullen, volgens de Schriften, de eerste hemel en de eerste aarde spoedig verdwijnen, om aan de wereld te bewijzen dat Uw Woord iets Levends en Actiefs is en dat Jezus inderdaad de wereld heeft overwonnen; wanneer die dag komt, al ook het gebed van Uw Zoon tot U vervuld worden, want wij zullen allen één zijn in U, zoals de Heilige Drie-eenheid Één en Dezelfde is; we zullen onszelf niet langer onder Uw Naam gescheiden houden;
Geprezen zij de Heer en Glorie zij de Allerhoogste omdat Hij ons, in onze grote geloofsafval, Onze Heilige Moeder zendt, wier Hart U, Uzelf, in Liefde hebt verenigd met Jezus en die Samen geleden hebben; en het is weer Samen dat de Twee Heilige Harten ons zullen vernieuwen en ons terug zullen brengen tot Leven en in U;
verloren schapen zullen gevonden worden, dwalende lammeren worden herinnerd aan hun ware schaapsstal en hun Ware Herder, deze Herder die noch Zijn Kudde verlaat noch de verloren schapen in de steek laat, maar het gewonde geneest en het uitgeputte draagt;
Geprezen zij de Heer, in Wiens Heilige Geest wij het doopsel ontvangen, inderdaad, bronnen van Levend Water stromen uit en worden gegeven aan de mens die dorstig is, daar zij rijkelijk stromen uit Uw Heilig Heiligdom,[4] dit Heiligdom, dat U in drie dagen hebt doen verrijzen, en uit Uw volheid ontvangen wij in deze laatste dagen de Genaden van Uw Heilige Geest om ons nieuw leven te geven, want dit is Uw Manna uit de Hemel, het Geestelijk Voedsel dat van de Geest komt;
laat Uw volk, Vader, beseffen dat de ban spoedig zal worden opgeheven en dat de Troon van het Lam en Uw Troon spoedig op Zijn plaats zal zijn en onder ons; bereid ons daarom voor, Rechtvaardige Vader, op deze Glorierijke Dag, waarop wij U allen kunnen prijzen en verheerlijken rond Eén Heilig Tabernakel;
Vader, ik dank U dat U mijn gebed hoort en dat U mij Uw Woorden gegeven hebt om de wereld te wijzen op de Schatten van Uw Heilig Hart; amen;”
kom nu, dochter, kom nu, kleine vriendin, hou niet op Mij te beminnen; woorden van bemoediging zul je altijd van Mij horen; wees dus vol vertrouwen en vertrouw Mij;
[1] Jezus bedoelt op deze manier, innerlijk, Hem horend in locuties.
[2] Geestelijk voedsel.
[3] Jes. 54:13.
[4] Jezus' Borst (Lichaam).
|