Ik Zal Mij Niet Afzijdig Houden Bij Je Tegenslagen
12 augustus 1989
Jezus?
Ik ben;
bloem, eenheid, verbondenheid met Mij, trouw, ijver, zullen je tot Mij verheffen; aanbid Mij, Ik ben je God; schenk Mij rust, Ik ben je Heilige Metgezel; troost Mij, Ik ben je Bruidegom; hoop op Mij en op Mij alleen, want Ik Ben Hij Die Redt;
Ik ben Jezus;
13 augustus 1989
Mijn kind, Mijn Geest rust op je; Mijn Hand op jouw hand, Mijn Woord op je lippen; Mijn Spreuken zijn je lamp die je stappen leiden; als jij Mij altijd blijft beminnen, Mijn voorschriften volgt en Mijn Geboden onderhoudt, zullen Liefde en de Trouw je nooit verlaten; Ik zal je Hoop blijven en jij zult Mijn erfgename blijven;
Ik zal alle kwaad dat je omringt overwinnen; Mijn kind, Ik zal Mij niet afzijdig houden bij je tegenslagen en jij, Mijn kind, zult Mijn Gerechtigheid en Mijn Macht verkondigen die zelfs lijken in staat van ontbinding redden; Ik Ben De Verrijzenis en elke natie zal Mij verheerlijken en prijzen;
Ik zal met je zijn tot het einde;
wij? Mijn kind?
wij?[1] onthoud altijd dat ik, je Moeder, steeds bij je ben; bid zonder ophouden;
[1] Het tweede “wij” was van onze Heilige Moeder.
|